13
Terminal – machinefuncties
13.7
Werkscherm "Laden"
13.6.14
Menu "Elektronische gedwongen besturing" oproepen
indrukken.
Æ Het menu "Elektronische gedwongen besturing" wordt weergegeven,
13.6.15
Zwaailicht in-/uitschakelen
Inschakelen
indrukken.
Æ Het weergave wisselt van
Uitschakelen
indrukken.
Æ Het weergave wisselt van
13.7
Werkscherm "Laden"
In het onderstaande worden machinefuncties beschreven die alleen tijdens het laden
beschikbaar zijn.
Machinefuncties die tijdens het laden en tijdens het lossen beschikbaar zijn, worden
beschreven in het hoofdstuk Werkscherm "Laden"/"Losmodus",
EQG000-047
ü Het werkscherm "Laden" is opgevraagd,
13.7.1
Opraapautomaat
Bij geactiveerde opraapautomaat wordt de bodemketting door het systeem automatisch
geactiveerd. Afhankelijk van de uitrusting van de machine kunnen verschillende modi in het
menu "Opraapautomaat" worden ingesteld,
De opraapautomaat wordt afhankelijk van de uitrusting van de machine door de sensor "B2" op
de pendelklep en/of de krachtsensor "B15" op de voorwand bestuurd. Het analyseren van de
sensoren is afhankelijk van de ingestelde modus in het menu "Opraapautomaat".
120
naar
.
naar
.
5
s
A
zie
Pagina 114.
zie
Pagina 154.
zie
Pagina 139.
zie
Pagina 115.
Originele handleiding 150000947_03_nl
MX 330 GL