13
Terminal – machinefuncties
13.7
Werkscherm "Laden"
5
4
45
EQG000-037
LET OP
Toont de waarde (4) in onbeladen toestand van de machine een kracht van ±5, moet de
krachtsensor op nul worden gezet. De krachtsensor wordt in het menu "Opraapautomaat"
teruggezet,
ü De modus 2 is verkeerd ingesteld,
ü De opraapautomaat geactiveerd,
Grenskracht verhogen/verlagen
De blauwe waarde op het display aantippen.
ð Een invoermasker wordt geopend. Voor meer informatie over het invoeren van waarden
zie de meegeleverde terminalhandleiding.
of
Om de waarde te verhogen,
Om de waarde te verlagen,
Opraapautomaat: In modus 3 (voor silage)
De grenskracht wordt als balkindicatie (1) en als waarde (2) in het werkscherm weergegeven.
De grenskracht (2) kan direct op het display worden verhoogd resp. verlaagd. De groene cirkel
(5) wordt weergegeven als de opvoerhoogte van het opraapmateriaal is bereikt. De waarde (4)
in het werkscherm toont de actuele kracht aan de voorwand.
De opraapautomaat activeert de bodemketting als de opvoerhoogte van het opraapmateriaal is
bereikt. De opraapautomaat past de bodemkettingsnelheid aan de verhouding tussen
ingestelde grenskracht en doorlopend vastgestelde kracht resp. bereikte transporthoogte aan.
Daardoor wordt een gelijkmatige vulling bereikt. Op het display verschijnt de aanwijzing (3). De
aanwijzing geeft aan dat de bodemketting loopt.
122
1
2
5
%
A
3
A
zie
Pagina 156.
zie
Pagina 154.
zie
Pagina 123.
indrukken.
indrukken.
Originele handleiding 150000947_03_nl
MX 330 GL