Als het lampje blijft branden, controleer dan het oliepeil en
voeg eventueel olie toe.
Als het oliepeil in orde is, raadpleeg dan uw Dealer.
BELANGRIJK: Als u de motor blijft gebruiken terwijl dit
lampje brandt, kan dit tot ernstige schade leiden. Vertrouw
niet uitsluitend op het indicatielampje oliedruk laag om te
weten wanneer u olie moet toevoegen. Controleer het
motoroliepeil regelmatig. Varen met te weinig olie kan tot
ernstige schade leiden.
OVERTOEREN-
BEGRENZINGSSYSTEEM
Dit systeem wordt geactiveerd wanneer het motortoerental
het aanbevolen maximum-toerental langer dan 10
seconden overschrijdt.
Als dit systeem wordt geactiveerd, wordt het toerental
automatisch beperkt tot ongeveer 3000 tpm.
Dit systeem moet worden gereset door de gashendel
ongeveer één seconde naar stationair te schakelen,
waarna de motor opnieuw normaal kan werken.
BELANGRIJK:
Het
wordt niet geactiveerd in de aanbevolen maximum-gas-
stand, tenzij de schroefspoed onvoldoende is of er andere
factoren (zoals "over-trimmen" of "ventilatie") primeren.
Als het systeem actief wordt zonder duidelijke reden,
neemt u het best contact op met uw Dealer.
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR
BELANGRIJK: Laat uw motor niet draaien - zelfs niet om
even te starten - zonder watertoevoer. Zie DOORSPOE-
LEN.
Wanneer de motor draait, moet de waterinlaat zich
constant helemaal onder water bevinden en niet verstopt
zijn. Houd u aan de juiste spiegelhoogte en motorhoek. Als
de motor draait, moet er een constante waterstraal uit de
waterpompcontroleslang van de motor komen. Controleer
de slang geregeld, vooral wanneer u vaart in water met
veel wier, modder of afval, bij extreme trimhoeken en in
ondiep water (indien aanwezig).
1
1.
Waterpompindicator
overtoeren-begrenzingssysteem
Als de motor oververhit raakt, zal het S.L.O.W. (Speed
Limiting Overheat Warning) -beschermingssysteem het
motortoerental onmiddellijk verlagen tot 2000 tpm. Als de
motor sneller draaide dan 2000 tpm wanneer het S.L.O.W.-
systeem werd geactiveerd, zal hij voelbaar schokken.
Om het S.L.O.W.beschermingssysteem te RESETTEN,
moet de motor worden afgezet en de koeltemperatuur
hersteld.
ALS het S.L.O.W.-beschermingssysteem wordt geacti-
veerd en de waterstraal uit de waterpompcontroleslang
stagneert of niet constant loopt, neem dan gas terug tot
stationair en:
• Schakel naar VRIJLOOP;
• ZET de motor AF;
• Kantel de motor omhoog;
• Reinig de inlaatroosters en de vier gaatjes in de
tandwielkast en maak ze vrij;
• Reinig de waterpomp-controleslang;
• Laat de motor zakken en
• Start de motor opnieuw en laat hem stationair draaien.
ALS de controleslang na het reinigen van de zeven en de
slang nog steeds geen constante waterstraal loost, de
motor AFZETTEN. Probeer niet om de motor te laten
lopen. Raadpleeg uw dealer.
ALS de controleslang na het reinigen van de zeven en de
slang nog steeds geen constante waterstraal loost, kunt u
proberen de motor twee minuten lang in VRIJLOOP te
laten draaien, zodat hij kan afkoelen.
BELANGRIJK: U moet de koeling van de motor herstellen
om ernstige motorschade te vermijden.
Laat na oververhitting van de motor uw Dealer:
De cilinderkopschroeven aandraaien.
De waterpomp inspecteren op ernstige slijtage of
beschadiging.
De thermostaten controleren.
De motor op lekkage inspecteren.
25
VAREN -