Inhoudsopgave
Advertenties
GEVAAR
Laat de motor NOOIT draaien in een gesloten
ruimte of als er onvoldoende verluchting is en
voorkom accumulatie van uitlaatgassen in kleine
ruimten. Motoruitlaatgassen bevatten koolmo-
noxide, dat bij inademing tot ernstige hersenbe-
schadiging of de dood kan leiden.
WAARSCHUWING
De motorkap dient ter bescherming. Laat de
buitenboordmotor NIET draaien met de kap eraf,
tenzij u onderhoud uitvoert; zorg er in dat geval
voor dat u met uw handen, haren, en kleding uit de
buurt blijft van alle bewegende delen. Als u
draaiende onderdelen raakt, kunt u verwondingen
oplopen.
GEVAAR
De aanraking van een draaiende schroef leidt vaak
tot ernstige of dodelijke verwondingen. Controleer
voor u de motor start of gaat varen of er geen
mensen of voorwerpen in de buurt van de schroef
zijn. Laat niemand in de buurt van de schroef
komen, zelfs als de motor niet draait. De
schroefbladen kunnen scherp zijn en draaien nog
even door nadat de motor wordt uitgeschakeld.
Schakel de motor altijd uit, als u in de buurt komt
van mensen in het water.
16
- DE MOTOR STARTEN
DE MOTOR STARTEN
VOOR HET STARTEN
Controleer het oliepeil in het carter voor u start. Zie
CARTEROLIE.
Lees en volg de instructies in INVAREN (10 uur), wanneer
het een nieuwe motor betreft.
U MOET water naar de motor laten lopen, voordat u hem
probeert te starten. Er kan snel motorschade ontstaan. Zie
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR of DOORSPOE-
LEN.
Controleer of de motor in de normale vaarstand staat. Zie
TILTEN EN TILTSTEUN.
Sluit de brandstofslang aan de brandstofaansluiting aan.
1.
Brandstofslang naar brandstofaansluiting
Open de ventilatieschroef aan de vuldop van de
brandstoftank, indien aanwezig.
Knijp in de inspuitingsbal, met het uitlaatuiteinde omhoog,
totdat deze hard is.
Bevestig de clip en het veiligheidskoord, indien aanwezig,
aan de noodstopschakelaar. Maak het koord op een
veilige plaats aan uw kleding of zwemvest vast.
1
Advertenties
Inhoudsopgave
