Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

nifty TM 170 Series Bedieningsinstructies pagina 11

Inhoudsopgave

Advertenties

2.1.21
De bediener dient zijn toezichthouder onmiddellijk op de hoogte te stellen van potentieel gevaarlijke
locatie(s) (omgeving) wanneer dit tijdens het gebruik duidelijk wordt.
2.1.22
Wanneer een bediener een vermoedelijk defect op de Niftylift, of een gevaarlijke of potentieel onveilige
omstandigheid in verband met het vermogen, het bedoelde gebruik of de veilige werking van de
machine constateert, moet het gebruik van de Niftylift worden gestaakt en dient hij het management, de
eigenaar of de fabrikant om verdere instructies i.v.m. veilig gebruik te vragen, voordat het gebruik van
de Niftylift wordt voortgezet.
2.1.23
De bediener dient problemen of defecten in verband met de Niftylift, zodra deze tijdens het gebruik
geconstateerd worden, onmiddellijk aan zijn chef te rapporteren. Alle problemen of defecten die de
veilige werken nadelig beïnvloeden, moeten gerepareerd worden, voordat het gebruik wordt hervat.
2.1.24
De giek en het platform van de Niftylift mogen niet gebruikt worden om de wielen van de grond te
stempelen.
2.1.25
De Niftylift mag niet gebruikt worden als een kraan.
2.1.26
De Niftylift mag niet tegen een ander object worden geplaatst om het platform te stabiliseren.
2.1.27
Er moet worden voorkomen dat touw, stroomkabels en slangen in de hoogwerker verstrikt raken.
2.1.28
Accu's moeten opgeladen worden in een goed geventileerde ruimte, die vrij is van vuur, vonken of
andere gevaren die een explosie kunnen veroorzaken. Tijdens het opladen komt zeer explosief
waterstofgas vrij.
2.1.29
Tijdens het controleren van het elektrolytpeil moeten de ogen, huid en kleding zorgvuldig beschermd
worden. Accuzuur is zeer corrosief - het gebruik van een beschermbril en beschermkleding is
aanbevolen.
2.1.30
2.1.31
Als het platform of de hefinrichting klem komt te zitten, blijft haken of de normale beweging anderszins
wordt belemmerd door naastgelegen constructies of obstakels, zodat omkering van de
bedieningsfunctie het platform niet vrij maakt, moet alle personeel veilig van het platform worden
verwijderd voordat geprobeerd wordt om het platform via de bedieningsfuncties op de grond vrij te
krijgen.
2.1.32
De motor moet worden afgezet tijdens het tanken. Tanken moet plaatsvinden in een goed geventileerde
ruimte, die vrij is van vuur, vonken of andere gevaren die een explosie kunnen veroorzaken. BENZINE,
LPG EN DIESELBRANDSTOF ZIJN BRANDBAAR.
Dutch 01/13
Wanneer de machine buiten gebruik is, moeten de gieken correct worden
ingetrokken. LAAT DE SLEUTELS NOOIT IN DE MACHINE ZITTEN, wanneer deze
onbeheerd wordt achtergelaten. Op een helling moeten wielblokken worden
gebruikt.
Bediening & Veliligheid Instructies
TM Series
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave