TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Inhoudsopgave INLEIDING EN ALGEMENE INFORMATIE PAGINA Voorwoord Risiconiveaus Draagwijdte Introductie van de 210 serie aanhangwagen-hoogwerker Algemene specificatie Identificatie VEILIGHEID Verplichte veiligheidsmaatregelen Beperkingen in de omgeving Geluid en trilling VOORBEREIDING EN INSPECTIE Uitpakken Voorbereiding voor gebruik Schema's voor veiligheidscontroles vóór gebruik 11-12 Labels, stickers en installatie...
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Inleiding en algemene informatie VOORWOORD Het doel van deze handleiding is om de klant te voorzien van veiligheids- en onderhoudsinstructies die essentieel zijn voor het correct gebruik van de machine. Deze handleiding moet GELEZEN en goed BEGREPEN worden, voordat geprobeerd wordt om de machine te gebruiken! Niftylift heeft geen directe controle over de toepassing en het gebruik van de machine;...
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies DRAAGWIJDTE Deze bedieningsinstructies bevatten alle nodige informatie over het veilig gebruik van de Niftylift NL210 aanhangwagenhoogwerker met hydraulische stempels, die aangedreven wordt door middel van een elektromotor (AC), benzinemotor, dieselmotor of een combinatie hiervan. Voor verdere technische informatie, bedradingsschema's en specifieke instructies voor alle onderhoudswerkzaamheden, die mogelijk uitgevoerd moeten worden door speciaal opgeleid personeel, verwijzen wij naar de begeleidende werkplaats- en onderdelenhandleiding voor uw model van de Niftylift NL210.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies ALGEMENE SPECIFICATIE EIGENSCHAP NL 210 MAXIMUM WERKHOOGTE 21,2m MAXIMUM PLATFORMHOOGTE 19,2m MAXIMUM HOOGTE - INGETROKKEN 2,12m MAXIMUM REIKWIJDTE MAXIMUM BREEDTE 1,8m MAXIMUM LENGTE - INGETROKKEN 6,56m MAXIMUM DRAAGVERMOGEN 225kg DRAAICIRKEL 355º STAARTVLUCHT AFMETING PLATFORM - LENGTE x BREEDTE 1,34m x 0,67m BEDIENING Volledige proportionele hydrauliek...
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies IDENTIFICATIE Deze kenplaat wordt in de fabriek aangebracht op giek 1 van elke Niftylift. Controleer of alle gedeelten gestempeld zijn en leesbaar zijn. Dutch – 10/06...
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Veiligheid VERPLICHTE VEILIGHEIDSMAATREGELEN Tijdens het gebruik van uw Niftylift is uw veiligheid van het grootste belang. Om alle aspecten van de werking van de machine op waarde te kunnen schatten, dient elke bediener de relevante handleiding voor de machine en het gebruik, onderhoud en de servicebeurten daarvan volledig te LEZEN en te BEGRIJPEN.
Pagina 9
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 2.1.8 Het maximum draagvermogen van het platform van 225kg, zoals aangegeven op de labels en de kenplaat van de machine, mag nooit worden overschreden. HET KOOIGEWICHT MAG NOOIT WORDEN OVERSCHREDEN 2.1.9 De Niftylift mag alleen op een stevige, vlakke bodem gebruikt worden.. 2.1.10 Geen enkel deel van de Niftylift mag ooit opgesteld worden binnen een afstand van 3 meter van een elektrische spanningsleiding, geleider en dergelijke met een spanning hoger dan 450 volt...
Pagina 10
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 2.1.20 De gebruiker is ervoor verantwoordelijk om te bepalen wat de gevarenclassificatie is voor een bepaalde omgeving of locatie. Hoogwerkers die gebruikt worden op gevaarlijke plaatsen moeten goedgekeurd worden en geschikt zijn voor de taak. (zie ANSI/NFPA 505-1987 indien van toepassing). 2.1.21 De bediener dient zijn toezichthouder onmiddellijk op de hoogte te stellen van potentieel gevaarlijke locatie(s) (omgeving) wanneer dit tijdens het gebruik duidelijk wordt.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 2.1.33 DE NIFTYLIFT NOOIT STARTEN WANNEER U BENZINE, LPG OF DIESEL KUNT RUIKEN. DEZE BRANDSTOFFEN ZIJN ZEER BRANDGEVAARLIJK 2.1.34 De bediener dient gebruik te maken van de geleverde middelen om gebruik door onbevoegden te verhinderen. 2.1.35 Er mag nooit iets worden verwijderd dat de stabiliteit van de machine in gevaar kan brengen, zoals (maar niet beperkt tot) accu's, dekplaten, motoren, banden of ballast.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Voorbereiding en inspectie UITPAKKEN Omdat de fabrikant geen directe invloed heeft over het vervoer van de Niftylift , dienen de dealer en/of de eigenaar en/of de huurder te controleren of de Niftylift tijdens het transport niet beschadigd is en of een inspectierapport is ingevuld door een bevoegde technicus, voordat de hoogwerker in gebruik wordt genomen.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies SCHEMA'S VOOR VEILIGHEIDSCONTROLES VÓÓR GEBRUIK Aan het begin van elke shift moet de hoogwerker visueel geïnspecteerd worden en moeten de functies gecontroleerd worden, inclusief, maar niet beperkt tot, de onderstaande punten. Deze inspecties moeten regelmatig plaatsvinden, zoals aangegeven op de lijst. 3.3.1 DAGELIJKS VEILIGHEIDSCONTROLES Controleer of alle labels (stickers) aangebracht en leesbaar zijn.
Pagina 14
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 3.3.3 MAANDELIJKSE VEILIGHEIDSCONTROLES Controleer het oliepeil van de motor (indien van toepassing). Controleer de wielmoeren (koppel 222ft lbs / 300Nm). Controleer de conditie, veiligheid en werking van de stempelbalken. Controleer of de wormoverbrenging van het zwenkmechanisme in orde is en of het correct ingrijpt.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies VEREISTE KOPPELS KWALITEIT/MAAT SCHROEF Aanhaalkoppel in ft lbs (Nm) 10.9 (10) (14) 18.5 (25) (35) M 10 (49) (69) M 12 (86) (120) M 14 (135) (190) M 16 (210) (295) M 18 (290) (405) WIELMOEREN 222ft.lbs 300Nm...
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Bediening COMPONENTEN REGELCIRCUIT 4.1.1 SCHAKELBORD: het ingekapselde schakelbord bevindt zich onder de linker kap van de bovenbouw en bestaat uit een printkaart die alle relais bevat voor regeling van de werking van de machine. Alle modellen zijn voorzien van hetzelfde schakelbord, dat daarom functies kan aangeven die niet van toepassing zijn op uw bepaalde machine.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies MONTAGE & VERWIJDERING VAN DRAAISTELWIEL 4.2.1 Instructies uitsluitend voor ringkoppelingassemblage CONTROLEER, ALVORENS DE 210 LOS TE KOPPELEN VAN DE ACHTERKANT VAN HET VOERTUIG, OF DE HANDREM IS AANGETROKKEN EN DRAAI HET STEUNWIEL OMLAAG ZODAT HET IN CONTACT IS MET DE GROND. HET MONTEREN EN VERWIJDEREN VAN HET DRAAISTELWIEL DIENT ALLEEN GEPROBEERD TE WORDEN OP EEN VLAKKE HORIZONTALE ONDERGROND EN INDIEN NODIG MET DE WIELEN VAN DE OPLEGGER GEBLOKKEERD.
Pagina 20
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Til het draaistelassemblage op zodat de schroefpen zichtbaar is door het midden van het ringkoppelingsoog, plaats daarna de borgplaat en draai hem met behulp van de hendel tot hij goed is bevestigd. Controleer of de stang met schroefdraad niet beweegt in de trekkoppelingsring.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies PROCEDURES VOOR OPSTELLEN INCORRECT OPSTELLEN VAN DE STEMPELS KAN LEIDEN TOTERNSTIG OF DODELIJK LETSEL ALLE MODELLEN Alle veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies in de bedienings- en veiligheidshandleiding en de waarschuwingslabels moeten gelezen en strikt opgevolgd worden. De handrem van de Niftylift moet worden aangetrokken voordat deze losgehaakt wordt van de trekhaak van het trekvoertuig.
Pagina 22
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies De giek kan nu vanuit de kooi of vanaf het grondstation worden bediend door de voetschakelaar of de groene schakelaar in te drukken en vast te houden. Wanneer geen voeding aanwezig is moet gecontroleerd worden of alle stempels gedaald zijn en of het gewicht gelijk over de stempels is verdeeld.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies GEBRUIK VAN GRONDBEDIENING DE MOTOR VOOR HET GEBRUIK ALTIJD EERST WARM LATEN DRAAIEN. 4.4.1 INSTRUCTIES VOOR GRONDBEDIENING ALLE MODELLEN Alle rode noodstopknoppen moet uitgetrokken zijn. Draai de sleutelschakelaar op het grondstation naar de grond (d.w.z. geheel omlaag). Modellen met accu/elektromotor - ga naar stap 7).
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.4.2 GIEKFUNCTIES De groene krachtschakelaar indrukken en vasthouden. Selecteer hendel 1, 2, 3,4 of 5 voor de gewenste giekfunctie. 1 Vlakstellen van platform OMHOOG voor vooruit OMLAAG voor achteruit Telescoop OMHOOG voor uitschuiven OMLAAG voor intrekken Giekdelen OMHOOG voor omhoog OMLAAG voor omlaag...
Pagina 25
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.4.3 GRONDBEDIENINGSSTATION CONTROLEER ALTIJD OF DE HOOGWERKER OP EEN STEVIGE, VLAKKE BODEM STAAT EN OF DE OMGEVING VRIJ IS VAN OBSTRUCTIES IN DE LUCHT. GEBRUIK VAN DE RODE NOODSTOPKNOP SCHAKELT DE MOTOR EN HET ELEKTRISCH CIRCUIT UIT, WAARDOOR DE WERKING VAN ALLE FUNCTIES WORDT GEBLOKKEERD.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies GEBRUIK VAN DE PLATFORMBEDIENING DE NIFTYLIFT NOOIT STARTEN WANNEER U BENZINE, LPG OF DIESEL KUNT RUIKEN. DEZE BRANDSTOFFEN ZIJN BRANDGEVAARLIJK CONTROLEER VÓÓR HET STARTEN VAN DE NIFTYLIFT OF ELKE BEDIENER DE HANDLEIDING HEEFT GELEZEN EN GOED HEEFT BEGREPEN. DIT NALATEN KAN TOT ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL LEIDEN.
Pagina 27
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.5.2 GIEKFUNCTIES De voetschakelaar indrukken of de groene krachtschakelaar indrukken en vasthouden. Selecteer hendel 1, 2, 3, 4 of 5 voor de gewenste giekfunctie. 1 Platformrotatie OMHOOG voor rechts OMLAAG voor links Telescoop OMHOOG voor uitschuiven OMLAAG voor intrekken Giekdelen OMHOOG voor omhoog...
Pagina 28
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.5.3 BEDIENINGSSTATION VAN PLATFORM P16509/01 Hoofdfunctietoetsen (zie tezamen met panel display) Aan/uitschakelaar. Motor aan/uit/startschakelaar. Wipschakelaars van wielaandrijving. Functiekeuzeschakelaar. Claxon. Noodstopknop. Bedieningsschakelaars vijzels Waarschuwingslampen Waarschuwing overbelasting kooi Waarschuwing stempels Waarschuwing kantelalarm Dutch – 10/06...
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies KOOIWEEGSYSTEEM 4.6.1 MECHANISCHE VERSIE De serie Niftylift machines is beschikbaar uitgerust met mechanische kooiweegsystemen. Deze zijn zodanig geconfigureerd dat zij een verticale kooi-overbelasting opmerken, die indien opgemerkt de beweging van de machine zal stoppen. Het platform mag dan pas weer worden gebruikt nadat de overbelasting is verwijderd.
Pagina 30
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.6.4 KALIBRATIE Wanneer het systeem nauwkeuriger bekeken moet worden, specifiek voor testen en goedkeuring, dient de veilige werkbelasting in de kooi te worden geplaatst, waarbij de testbelasting zorgvuldig gewogen dient te worden om nauwkeurigheid zeker te stellen. De toevoeging van een gewicht van 5 kg, aan een van de vier hoeken van de kooi, zou het alarm moeten activeren.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.6.5 INSPECTIE Het kooiweegsysteem wordt bestuurd via de detectieprintplaat, onderdeel nummer P16164. Deze PCB is direct aangesloten op een veiligheidsmicroschakelaar en controleert de functie van het kooiweegsysteem. De twee relais zijn zodanig geconfigureerd dat ze beide in bedrijf moeten zijn om veilige werking van de assemblage mogelijk te maken.
Pagina 32
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.6.7 VERVANGING Wanneer componenten worden vervangen moeten het echte onderdelen van Niftylift zijn. De nauwkeurigheid en werking van het kooiweegsysteem is afhankelijk van de vervanging door exact dezelfde onderdelen. Een schakelaar van een soortgelijke fabrikant kan de contactregeling omkeren en de werking van het mechanisme op kritieke wijze beïnvloeden.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies ACCU'S EN OPLADEN ACCU'S MOETEN OPGELADEN WORDEN IN EEN GOED GEVENTILEERDE RUIMTE, DIE VRIJ IS VAN VUUR, VONKEN OF ANDERE GEVAREN DIE EEN EXPLOSIE KUNNEN VEROORZAKEN. TIJDENS HET OPLADEN KOMT ZEER EXPLOSIEF WATERSTOFGAS VRIJ. De accu's moeten aan het einde van elke werkdag of werkperiode worden opgeladen. (NB: volledig opladen van lege accu's duurt ca.
Pagina 34
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Sommige Niftylifts zijn voorzien van een accu-managementsysteem, dat de toestand van de accu's voortdurend controleert. Wanneer de accu's tot 80% van hun vermogen uitgeput raken, zal het managementsysteem de hydrauliekaggregaten "uitschakelen". Hierdoor zal de aandrijving/giekaandrijving beurtelings stoppen en starten om de bediener te waarschuwen dat opladen van de accu's nodig is.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies TRANSPORT, TREKKEN, HIJSEN, OPSLAAN EN INSTELLING VOOR WERK 4.8.1 TRANSPORTEREN Wanneer een werkplatform verplaatst moet worden over een langere afstand, ongeacht of de machine op een oplegger, voertuig is geplaatst, zelf rijdt of op rupsbanden rijdt, dient de volgende procedure gelezen te worden alvorens transportbanden aan de machine worden bevestigd.
Pagina 36
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.8.2 TREKKEN DE MAXIMUM SLEEPSNELHEID VAN DE NIFTYLIFT IS 72KM/U MET EEN VOERTUIG DAT VOLDOET AAN ALLE VERKEERSVOORSCHRIFTEN. EEN TE HOGE SNELHEID KAN TOT ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL LEIDEN. Voor optimale veiligheid wordt aanbevolen om zich houden aan de maximum snelheid van 72km/u. Tenzij de omstandigheden ideaal zijn, is het verstandig om de snelheid verder te verlagen om optimale beheersing van uw voertuig en aanhanger te garanderen.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.8.3 HIJSEN Houd rekening met alle beperkingen met betrekking tot hierboven onder ‘Transport’ vermelde banden en kettingen. (4.8.1) Pas bij gebruik van de aangegeven hefpunten nooit een ‘grijp’ belasting toe, d.w.z. hef langzaam om de last te nemen vóór hij omhoog komt. Laat de machine ook niet vallen bij het plaatsen na het heffen.
Pagina 38
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Inspecteer of alle schroefdraden gemakkelijk te gebruiken zijn, i.h.b. afdalingskleppen, remterugtrekklep, enz. Controleer het oliepeil en de hoeveelheid olie. Verwijder alle verontreiniging, water, enz. Controleer de elektrolyt van de accu's en de oplading. Controleer het elektrisch systeem en de isolatie op beschadiging. Gebruik de grondbedieningsfuncties en doorloop alle functies van de machine in overeenstemming met de instructies voor de bediening.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies WIELAANDRIJVING Om de wielaandrijving te kunnen gebruiken moeten de giekdelen op de gieksteun worden geplaatst (giek omlaag schakelaar ingeschakeld). DE WIELAANDRIJVING IS ALLEEN GESCHIKT VOOR GEBRUIK OP EEN VLAKKE BODEM. GEBRUIK VAN DE WIELAANDRIJVING OP HELLINGEN STEILER DAN 10% KAN TOT ERNSTIG LETSEL LEIDEN.
Pagina 40
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies 4.9.3 BEDIENING VAN STEMPELS De stempelpoten kunnen vanaf het platform worden bediend via de daarvoor bestemde schakelaars op het platformbedieningspaneel. De schakelaar op het platformbedieningspaneel (hoofdstuk 4.5.3 – schakelaar 5) naar Outriggers draaien. Elke poot leg heeft zijn eigen schakelaar (hoofdstuk 4.5.3 – schakelaars 8). De nummers naast elke schakelaar op het platformbedieningspaneel komen overeen met de nummers op de stempels.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Noodfuncties ALGEMEEN HET DAGELIJKS EN/OF VOOR ELKE SHIFT CONTROLEREN VAN DE WERKING VAN DE NOODFUNCTIES IS EEN ESSENTIEEL ONDERDEEL VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE BEDIENER De bediener en al het grondpersoneel moeten volledig op de hoogte zijn van de locatie en bediening van de NOODFUNCTIES.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies Zoek klep van de aandrijving met trekkabel uiterst rechts van het klepspoelblok met behulp van de kenplaat op het onderstel. Bevestig de meegeleverde hendel (bevestigd aan slangen) op de klep van de aandrijving met trekkabel, trek hem naar u toe en houd hem in deze positie. De tweede persoon kan nu de handpomp bedienen die het aandrijfsysteem met trekkabel zal vrijmaken van de wielen.
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies CONTROLELIJST VOOR INSPECTIE/ONDERHOUD/VÓÓR VERHUUR SERIENUMMER VAN DE MACHINE TREKKEN GOEDGEKEURD AFGEKEURD Werking van sleepkoppeling Werking van handrem Werking van steunwiel STEMPELS Veiligheid van microschakelaars Richtpennen werken soepel en zijn geolied Soepele werking van stempels Werking van alle microschakelaars en claxon (indien aanwezig) Werking van knoppen en regelklep van vijzels Werking van alle hydraulische vijzels Werking van alle microschakelaars inclusief sirene...
Pagina 44
TM Serie Bedienings- en veiligheidsinstructies GOEDGEKEURD AFGEKEURD ZWENKEN Zwenkinrichting en motor stevig bevestigd/veilig Ingrijpen van wormaandrijving/tandwiel correct, geen overmatige slijtage Geen eindspeling van worm in behuizing Zwenkwielbouten stevig bevestigd Zwenkschermen stevig bevestigd/veilig PLATFORM Werking van knoppen en regelklep Werking van alle giekdelen over hele bereik Cilinders geruisloos Vlakstellen van platform over hele bereik Zwenking soepel over hele bereik...