6.7.2
Aparte afvoer van verbrandingsgassen
3. Steek uitlaat (C) door de opening.
4. Verbind uitlaat (C) met T-stuk (E). Verkort indien nodig uitlaat (C) tot de vereiste
lengte.
5. Vul het gat op met onbrandbaar materiaal (zoals staalwol).
6. Schroef bevestigingsplaat (D) op zijn plaats.
7. Plaats kap (B) op uitlaat (C).
8. Schroef buitenplaat (A) vast.
6.8
Gasinstallatie
U moet zich houden aan de regels onder punt 6.1.
Voor werking op gas mag voor deze koelkasten alleen vloeibaar gas worden
gebruikt (propaan/butaan). U mag nooit gewoon gas of natuurlijk gas
gebruiken (EN 27418).
De cilinder met vloeibaar gas moet zijn aangesloten op een vaste drukrege-
laar die voldoet aan EN 12864.
De drukregelaar moet overeenkomen met de werkdruk die op de gegeven-
splaat van de koelkast staat vermeld. De werkdruk komt overeen met de
standaarddruk van het gespecificeerde land (EN 1949, EN 732).
In elk voertuig is slechts één verbindingsdruk toegestaan. Op het punt
waarop de gascilinder is geïnstalleerd moet duidelijk zichtbaar een goed
leesbare, permanente meldingsplaat zijn aangebracht.
De gasverbinding met de koelkast moet met de buisverbindingen stevig
en potentiaalvrij zijn geïnstalleerd en stevig met het voertuig zijn verbonden
(verbinding met een slang is niet toegestaan).
Gat:
80 mm hoog
40 mm breed
1. Maak in de buitenwand van de caravan een
rechthoekig gat van 80 x 40 mm. De plaats
van het gat moet geschikt zijn voor het
model van de koelkast en de
installatieomstandigheden.
2. Verbind T-stuk (E) met adapter (F) of uitlaat
(K) en draai schroef (G) vast. Zorg ervoor
dat warmteverdeler (H) in de juiste positie
is vastgemaakt.
24
min. 10 mm
max. 20 mm