Typeplaatje
Op de typeplaat vindt u de volgende informatie:
Fabrikant
Typecodering
Uitvoering
Nom. doorlaat
Druktrap
Maximale bedrijfstemperatuur
Maximaal toegestane verschildruk
Doorstroomrichting
Het typeplaatje is aan één kant puntig. Op
deze manier fungeert het als extra indicatie
voor de doorstroomrichting.
Op de behuizing of op de kap vindt u bovendien de
volgende gegevens:
Materiaal
Uitvoering
Regelaar: L instelbereik of sluittemperatuur
Regelaar: H instelbereik of sluittemperatuur
Regelaar: SL
Toepassing van Europese richtlijnen
Richtlijnen voor drukapparaten
Het apparaat voldoet aan deze richtlijn (zie de
paragraaf "Leverancierverklaring") en kan worden
ingezet voor de volgende media:
BW 31
Media in fluidgroep 2
BW 31A
Media in fluidgroep 1
Media in fluidgroep 2
ATEX-richtlijn
Het apparaat heeft geen potentiële ontstekingsbron
en valt niet onder deze richtlijn (zie de paragraaf
"Leverancierverklaring").
In ingebouwde toestand kan statische elektriciteit
tussen het apparaat en het aangesloten systeem
worden opgebouwd.
8
Bij gebruik binnen explosieve omgevingen valt de
afleiding of voorkoming van eventuele statische
elektriciteit onder de verantwoordelijkheid van de
producent of exploitant van de installatie.
Indien een ontsnapping van medium, bijvoorbeeld
door bedieningsinrichtingen of lekkages bij
schroefverbindingen, mogelijk is, moet de
producent of exploitant van de installatie hiermee
rekening houden bij de zone-indeling.
Taak en werking
Taak
Het apparaat regelt het behoefte-afhankelijke
verbruik in industriële verwarmingsnetwerken. Deze
verhoogt bij afnemende mediumtemperaturen de
doorstroming in de retourleiding. Het medium
stroomt alleen, wanneer de temperatuur daarvan
onder de sluittemperatuur ligt. Daardoor worden
hoeveelheid, druk en temperatuur van het medium
altijd op voldoende niveau gehouden en worden
warmteverliezen gereduceerd.
De sluittemperatuur is af fabriek ingesteld. U kunt
deze instelling binnen het instelbare
temperatuurgebied wijzigen, zoals in hoofdstuk
„Sluittemperatuur instellen"
omschreven.
Werking
Het apparaat regelt de doorstroming van het
medium via een bimetaal-regelaar en veerdruk.
Bij afnemende mediumtemperatuur wordt de
doorstroomopening geopend. Er wordt meer
medium doorgelaten. Bij toenemende
mediumtemperaturen wordt de doorstroomopening
door de bimetaalregelaar verder gesloten. Er wordt
minder medium doorgelaten.
De doorstroomopening blijft altijd iets geopend.
Daarom is er altijd een gering doorstroming
(„voelstroomhoeveelheid") aanwezig. De bimetaal-
regelaar ligt daarom altijd in het medium en kan op
temperatuurveranderingen direct reageren.
vanaf pagina 11