Alleen LRR 1-53 ............................11 LRR 1-52, LRR 1-53 ..........................11 URB 50 ..............................12 Verpakkingsinhoud ..........................12 In schakelkast: Geleidbaarheidsregelaar inbouwen Afmetingen LRR 1-52, LRR 1-53 ......................13 Legenda ..............................13 Inbouw in schakelkast ...........................13 Typeplaat / markering ...........................14 In schakelkast: Bedienings- en aanwijsinstrument inbouwen Afmetingen URB 50 ..........................15...
Pagina 3
Blz. In schakelkast: Bedieningsapparaat elektrisch aansluiten Achterzijde apparaat, positie van de stekker ..................18 Aansluiting voedingsspanning .......................18 Bezetting datakabel LRR 1-52, LRR 1-53 - URB 50 ................18 Legenda ..............................18 In schakelkast: geleidbaarheidsregelaar/bedieningsapparaat elektrisch aansluiten Aansluiting voedingsspanning .......................19 Aansluiting uitgangscontacten .......................19 Aansluiting geleidbaarheidselektrode LRG 12-2, LRG 16-4, LRG 17-1 en LRG 19-1, weerstandsthermometer TRG 5-..
Pagina 4
Bedienings- en aanwijsinstrument URB 50 Bedieningsinterface ..........................25 Legenda ..............................25 Voedingsspanning inschakelen ......................25 Betekenis van de symbolen ........................26 Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52: Meetbereik, correctiefactor en temperatuurcompensatie instellen ............30 Legenda ..............................30 Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-53: Meetbereik instellen ...............31 Regelparameters instellen ........................32 Instelhulp voor de regelparameters .......................32 Spuiklep: Spoelimpuls en spoelduur instellen ..................33...
Als correct systeem kunnen de geleidbaarheidsregelaars met de geleidbaarheidselektroden resp. -transmitters als volgt worden gecombineerd: Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52 met de geleidbaar- heidselektroden LRG 12-2, LRG 16-4, LRG 16-9, LRG 17-1 en LRG 19-1; geleidbaarheidsregelaar LRR 1-53 met de geleidbaarheidstransmitters LRGT 16-1, LRGT 16-2 en LRGT 17-1.
Pagina 6
Belangrijke instructies vervolg Verklaring begrippen vervolg Temperatuurcompensatie De elektrische geleidbaarheid van water verandert met de temperatuur. Voor het vergelijken van de meetwaarden is het daarom nodig, de meting op de referentietemperatuur van 25 °C te relateren en de gemeten geleidbaarheid met de temperatuurcoëfficiënt tC te corrigeren. Celconstante en correctiefactor Met de geometrische apparaatgrootheid (celconstante) van de geleidbaarheidselektrode wordt bij de berekening van de geleidbaarheid rekening gehouden.
Belangrijke instructies vervolg Functie Het bedienings- en aanwijsinstrument URB 50 en de geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52, LRR 1-53 vormen een eenheid met de volgende functies: Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52 LRR 1-53 Geleidbaarheidsmeting met geleidbaarheidselektrode LRG 1.-.. en separate weerstandsthermometers Pt 100 (TRG 5-..) of meting met geleidbaarheid- selektrode LRG 16-9 met geïntegreerde weerstandsthermometer.
Belangrijke instructies vervolg Veiligheidsinstructies Het apparaat mag alleen door geschikt en opgeleid personeel worden gemonteerd en in bedrijf worden genomen. Onderhouds- en ombouwwerkzaamheden mogen alleen door geautoriseerde personen worden uitgevoerd, die daarvoor speciaal zijn opgeleid. Gevaar De klemmenstroken van het apparaat staan tijdens bedrijf onder spanning! Zware verwondingen door elektrische stroom zijn mogelijk.
VdTÜV-merkblad waterbewaking 100 De functie-eenheid bedienings- en aanwijsinstrument URB 50 / geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52, LRR 1-53 is in combinatie met de geleidbaarheidselektrode LRG 1.-.. en de geleidbaarheidstransmitter LRGT 16-1 typebeproefd conform VdTÜV-merkblad waterbewaking 100.
Afmetingen LRR 1-52, LRR 1-53 Fig. 1 Legenda Bovenste klemmenstrook Behuizing Onderste klemmenstrook Montagerail type TH 35, EN 60715 Inbouw in schakelkast De geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52, LRR 1-53 wordt in de schakelkast op een montagerail type TH 35, EN 60715 vastgeklikt. Fig. 1 4...
In schakelkast: Bedienings- en aanwijsinstrument inbouwen Afmetingen URB 50 Fig. 4 Fig. 3 Fig. 5 Legenda Uitsparing schakelkastdeur 136 x 96 mm Bevestigingselementen Afdichting Inbouw in schakelkast Maak in de schakelkastdeur een uitsparing conform Fig. 3 en 4. Schuif het bedienings- en aanwijsinstrument in de deuruitsparing. Let daarbij op de goede plaatsing van afdichting 6.
7. Voor de verbinding van de apparaten is een prefab stuurkabel (met stekker en koppe- ling) in verschillende lengte als toebehoren leverbaar. Voor de aansluiting op de geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52 verwijdert u de stekker en sluit u de klem- menstrook aan conform het aansluitschema. Fig. 7 Sluit de afscherming aan op het centrale aardingspunt (ZEP) in de schakelkast.
In schakelkast: geleidbaarheidsregelaar/bedieningsapparaat elektrisch aansluiten vervolg Aansluiting geleidbaarheidstransmitter LRGT 1-.. Voor de aansluiting van de apparaten gebruikt u meeraderige, afgeschermde stuurkabel met een minimale doorsnede van 0,5 mm , bijv. LiYCY 4 x 0,5 mm , lengte maximaal 100 m. Sluit de klemmenstrook conform het aansluitschema aan.
Deze stuurkabel is niet UV-bestendig en moet bij buitenmontage worden beschermd door een UV-bestendige kunststof buis of een kabelgoot. Voor de aansluiting op de geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52, LRR 1-53 verwijdert u de stekker en sluit u de klemmenstrook aan conform het aansluitschema. Fig. 7. Sluit de afscherming aan op het centrale aardingspunt (ZEP) in de schakelkast.
Geleidbaarheidsregelaar: Fabrieksinstelling veranderen Gevaar De bovenste klemmenstrook 1 van het instrument staat tijdens bedrijf onder spanning! Zware verwondingen door elektrische stroom zijn mogelijk. Voordat werkzaamheden aan de klemmenstrook (montage, demontage, kabels aansluiten) worden uitgevoerd moet het instrument spanningsloos worden geschakeld! Functie en dimensie veranderen De ingangsschakeling en de functie worden door de codeerschakelaar n bepaald.
Bedienings- en aanwijsinstrument URB 50 Bedieningsinterface Startscherm Legenda Statusregel Aanwijsveld Invoerveld Toetsenveld Voedingsspanning inschakelen Schakel de voedingsspanning voor de geleidbaarheidsregelaar LRR 1-5.. en voor het bedienings- en aanwijsinstrument URB 50 in. Bij de geleidbaarheidsregelaar brandt de LED eerst oranje en dan groen. In het bedieningsapparaat verschijnt het startscherm.
Bedienings- en aanwijsinstrument URB 50 vervolg Betekenis van de symbolen Symbool Betekenis Symbool Betekenis MAX-schakelpunt Setpoint MIN-schakelpunt Meetwaarde geleidbaarheid Positie van de spuiklep Standby ingang actief OPEN-positie van de spuiklep wordt DICHT-positie van de spuiklep wordt aangestuurd. aangestuurd. Omschakelen naar handbedrijf resp. Omschakelen naar automatisch geven van een bodemspui-impuls bedrijf.
Pagina 27
Bedienings- en aanwijsinstrument URB 50 vervolg Betekenis van de symbolen vervolg Symbool Betekenis Symbool Betekenis Automatisch bodemspuien Spoelimpuls spuiklep, instelbaar tussen 1 en 200 uur in stappen van 1 uur Bodemspui-impuls instelbaar tussen Aantal bodemspui-impulsen, instel- 1 en 10 s in 1 s stappen. baar tussen 1 en 10 in stappen van 1.
Pagina 28
Bedienings- en aanwijsinstrument URB 50 vervolg Betekenis van de symbolen vervolg Symbool Betekenis Symbool Betekenis Alarmmelding/meldingslijst oproepen Meldingslijst oproepen Melding binnengekomen Melding vervallen Eerste regel van de meldingslijst Meldingslijst naar onderen doorbladeren oproepen Volgende actieve melding oproepen Meldingslijst naar boven doorbladeren...
Inbedrijfname MIN-/MAX-schakelpunten en setpoint instellen Druk voor ieder scha- kelpunt resp. voor het setpoint op de groene toets. Voer in het nume- rieke blok scherm 2 dat verschijnt de gewenste waarde in. Scherm 1 Numerieke blok Op de volgende pagina's zijn de invoermogelijk- heden voor de parameters enz.
Inbedrijfname vervolg Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-52: Meetbereik, correctiefactor en temperatuurcompensatie instellen Met een druk op de toets roept u de parameterpagina van de geleidbaarheidselektrode op. Voor de geleidbaarheidselektroden LRG 1-.. Druk voor het invoeren van het meetbereik w en de correctiefactor C LRG x op de groene toets.
Inbedrijfname vervolg Geleidbaarheidsregelaar LRR 1-53: Meetbereik instellen Met een druk op de toets roept u de parameterpagina van de geleidbaarheidstransmitter op. Opmerking Neem vooraf de geleidbaarheidstransmitter LRGT 1-.. in bedrijf! Houd daarbij de gebruiks- aanwijzing LRGT 16-1, LRGT 16-2, LRGT 17-1 aan. Het af fabriek ingestelde meetbereik verschijnt.
Inbedrijfname vervolg Regelparameters instellen Met een druk op de toets roept u de parameterpagina van de regelaar op. LRR 1-5. Druk voor iedere parameter op de groene toets. Voer in het numerieke blok dat verschijnt de gewenste waarde in. Door indrukken van de toets bladert u terug naar het startscherm.
Inbedrijfname vervolg Spuiklep: Spoelimpuls en spoelduur instellen Met een druk op de toets roept u de parameterpagina van de spuiklep op. Druk voor de invoer van spoelimpuls D en LRR 1-5. voor de spoelduur E telkens de groene toets in. Voer in het numerieke blok dat verschijnt de gewenste tijden in.
Inbedrijfname vervolg Automatisch bodemspuien Wanneer het uitgangscontact 16, 17, 18 voor de aansturing van een bodemspuiklep is geconfigureerd (fig. 13), verschijnt het startscherm scherm 9. Druk op de groene toets naast het LRR 1-5. symbool Scherm 10 verschijnt. Scherm 9 LRR 1-5.
Bedrijf Spuiklep met de hand verstellen Druk op de toets U schakelt om naar handbediening. LRR 1-5. Beweeg de handinsteller en verstel de spui- klep. In de groene toets wordt de klepopening in % weergegeven. Of druk op de groene toets en voer in het numerieke blok de gewenste klepopening in.
Bedrijf vervolg Trends weergeven Scherm 1 Met een druk op de toets roept u de trendpagina op. LRR 1-5. Door indrukken van de toets ..bladert u in het trendvenster 1 uur terug zoomt u uit op de tijdas (tijden worden langer) zoomt u in op de tijdas (tijden worden korter) bladert u in het trendvenster 1 uur...
Bedrijf vervolg Test MIN-/MAX-alarm, invoer van datum en tijd Scherm 1 Met een druk op de toets roept u de informatiepagina op. LRR 1-5. Test MIN-alarm Druk gedurende minimaal 3 seconden op de toets L. Na afloop van de uitschakelvertraging opent het uitgangscontact 17-18 en krijgt het contact een rode achtergrond.
Bedrijf vervolg Toekennen wachtwoord en inloggen Door het toekennen van een wachtwoord kunt u het bedieningsapparaat beveiligen tegen onbevoegde toegang. Scherm 17 Om een wachtwoord toe te kennen, drukt u op de toets Er verschijnt Druk nog eenmaal op de toets.
Bedrijf vervolg Toekennen wachtwoord en inloggen LRR 1-5. Door indrukken van de toets roept u voor de invoer van een nieuw wachtwoord scherm 21 op. schakelt u de wachtwoord-handling uit. bladert u terug naar het startscherm. Alle toetsen en invoermogelijkheden zijn nu vrijgegeven.
Bedrijf vervolg Meldingslijst LRR 1-5. Voorbeeld: Het MAX-schakelpunt is overschreden. Via de waarschuwingsdriehoek O en de kleuromslag wordt aangegeven, dat een alarmmelding aanwezig is. Door waarschuwingsdriehoek O in te drukken, roept u direct de meldingslijst scherm 23 op. Scherm 1 Met een druk op de toets roept u de informatiepagina op.
Fout-, alarm- en waarschuwingsmeldingen Weergave, diagnose en oplossing Opgelet Voor de storingsdiagnose a.u.b. het volgende controleren: Voedingsspanning: Worden de apparaten gevoed met de netspanning zoals vermeld op de typeplaat? Bedrading: Komt de bedrading overeen met de aansluitschema's? Meldingslijst/meldvenster Status/fout Oplossing Controleer de elektrische verbinding en start door uit- Communicatie LRR/URB gestoord.
Overige instructies Maatregelen tegen hoogfrequente storingen Hoogfrequente storingen ontstaan bijv. door niet fasesynchrone schakelingen. Wanneer dergelijke sto- ringen optreden en er ontstaat sporadisch uitval, dan adviseren wij de volgende ontstoringsmaatregelen: Inductieve verbruikers moeten conform de specificaties van de leverancier worden ontstoord (RC-combinatie).