Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP OfficeJet Pro 7720 Gebruikershandleiding pagina 53

Inhoudsopgave

Advertenties

Tips voor printerinstellingen (Windows)
Hieronder volgen enkele instellingentips voor afdrukken:
Om de standaardinstellingen te wijzigen, klikt u op Afdrukken, scannen en faxen. , en vervolgens op
Voorkeuren instellen in de HP-printersoftware.
Zie
Open de HP-printersoftware (Windows)
printersoftware.
Om tijd te besparen, kunt u gebruikmaken van gewenste afdruksnelkoppelingen met afdrukvoorkeuren.
In een afdruksnelkoppeling worden de opties bewaard die u hebt ingesteld voor een bepaald type
afdruktaak, zodat u al deze opties in één muisklik kunt instellen. Ga hiervoor naar het tabblad
Afdruksnelkoppelingen of Afdruksnelkoppeling, selecteer de gewenste snelkoppeling en klik dan op
OK.
Om een nieuwe afdruksnelkoppeling toe te voegen, stelt u de gewenste afdrukvoorkeuren in op het
tabblad Papier/Kwaliteit, Opmaak of Geavanceerd, selecteert u het tabblad Afdruksnelkoppelingen of
Afdruksnelkoppeling, klikt u op Opslaan als en voert u een naam in en klikt u op OK.
Om een afdruksnelkoppeling te verwijderen, selecteert u die en klikt u op Verwijderen.
OPMERKING:
Papier- en papierlade-instellingen begrijpen:
Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de invoerlade hebt geplaatst.
Papierbron: Selecteer de papierlade waarin u het papier wilt plaatsen.
Papiersoort of Media: Selecteer het papiertype dat u gebruikt.
Kleur- of zwart-wit-instellingen begrijpen:
Kleur: Maakt gebruik van inkt uit alle cartridges voor volledige kleurafdrukken.
Zwart-wit of Alleen zwarte inkt: Maakt alleen gebruik van zwarte inkt voor zwart-wit-afdrukken in
normale of lagere kwaliteit.
Hoogwaardige grijstinten: Maakt gebruik van inkt uit zowel de kleurencartridges als de zwarte
cartridges om een grotere reeks zwarte en grijze tinten te produceren voor zwart-wit-afdrukken in
hoge kwaliteit.
De instellingen voor de afdrukkwaliteit begrijpen:
De afdrukkwaliteit wordt gemeten aan de hand van afdrukresolutiedots per inch (dpi). Een hoger dpi
produceert duidelijkere en gedetailleerdere afdrukken, maar vertraagt de afdruksnelheid en verbruikt
mogelijk meer inkt.
Concept: Laagste dpi, doorgaans gebruikt als het inktniveau laag is of als er geen afdrukken in
hoge kwaliteit nodig zijn.
Normaal: Geschikt voor de meeste afdruktaken.
Beste: Betere dpi dan Normaal.
Printen met maximale dpi: Hoogst beschikbare dpi-instelling voor afdrukkwaliteit.
HP Real Life-technologieën: Deze functie maakt afbeeldingen en grafische elementen egaler en
scherper, voor een betere afdrukkwaliteit.
Pagina- en opmaakinstellingen begrijpen:
40
Hoofdstuk 3 Afdrukken
De standaardsnelkoppelingen kunnen niet worden verwijderd.
voor meer informatie over het openen van de HP-
NLWW

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave