3.
Plaats de kaarten of het fotopapier in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden
afgedrukt naar beneden.
Zorg ervoor dat de stapel kaarten of foto's overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de
voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel kaarten of foto's niet hoger is dan de
hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade.
OPMERKING:
Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
24
Hoofdstuk 2 Aan de slag
NLWW