Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Detectie van dock-landing
Detectie van dock-landing wordt geactiveerd tijdens automatische landing en wordt als
volgt uitgevoerd:
1. Als de detectie van dock-landing bepaalt dat het dock geschikt is voor landing, zal de
drone direct op het dock landen.
2. Als er niet op het dock geland kan worden (bijvoorbeeld als de klep van het dock niet
opengaat of als de noodstopknop wordt ingedrukt), zal de drone naar de alternatieve
landingsplaats vliegen. Als er geen alternatieve landingsplaats is ingesteld, zal de
drone boven het dock zweven, en pas gaan dalen als het accuniveau tot 10% is
gedaald.
3. Als de drone de landingsstatus van het dock niet kan detecteren (wanneer
bijvoorbeeld het dock en de drone niet verbonden zijn), of als de drone door slecht
weer niet op het dock kan landen, zal de drone onder de 3 meter boven de grond
blijven zweven. De drone zal naar de alternatieve landingsplaats vliegen wanneer
het accuniveau minder dan 20% bedraagt. Als er geen alternatieve landingsplaats is
ingesteld, zal de drone boven het dock zweven, en pas gaan dalen als het accuniveau
tot 10% is gedaald.
• Zorg ervoor dat u tijdens configuratie van het dock een alternatieve
landingsplaats instelt. Anders kan het gebeuren dat de drone crasht als het dock
niet geschikt is om te landen, waardoor de drone en het dock kunnen worden
beschadigd.
Alternatieve landing
Detectie van dock-landing wordt geactiveerd nadat de drone tijdens RTH terugvliegt naar
het dock. Als het dock ongeschikt wordt bevonden om te landen, zal een alternatieve
landing worden uitgevoerd. De drone zal naar de alternatieve hoogte stijgen en
vervolgens naar de alternatieve landingsplaats vliegen om daar te landen. Open DJI
FlightHub 2, klik op Apparaten > Dock > Onderhoud apparaat, om de hoogte van de
alternatieve route te bekijken.
Hoogte voor RTH
50
©
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Hoogte voor alternatieve route