Het verdient aanbeveling om op de officiële DJI -website alle rondleidingvideo's te bekijken en de Mavic Air Disclaimer en veiligheidsrichtlijnen te lezen voordat je de drone in gebruik neemt. Lees de Mavic Air Snelstartgids en raadpleeg deze Mavic Air Gebruikershandleiding voor meer bijzonderheden om je voor te bereiden op je eerste vlucht.
Inhoud Leeswijzer Legenda Lees eerst het volgende vóór de eerste vlucht Videorondleidingen Download de DJI GO 4-app Download DJI Assistant 2 Productprofiel Inleiding Belangrijkste functies De Mavic Air voorbereiden Overzicht drone Afbeelding van de afstandsbediening Activering Drone Vluchtmodi LED's en statusindicator op de drone...
SmartCapture, Panorama, Advanced Pilot Assistance Systems, QuickShots, ActiveTrack en TapFly zorgen ervoor dat je eenvoudig de meest complexe opnamen kunt maken. De Mavic Air kan bogen op een maximale vliegsnelheid van 68,4 km/u (42,5 mph) en een maximale vliegduur van 21 minuten*. Belangrijkste functies Camera en gimbal: Met de Mavic Air kun je 4K-video-opnamen maken tot 30 beelden per seconde en uiterst heldere en scherpe foto's van 12 megapixels, dit alles gestabiliseerd door de 3-assige gimbal aan boord.
Als je de drone opbergt na gebruik, zorg dan dat je het landingsgestel eerst inklapt voordat je de armen van de drone inklapt. Wanneer je de modus Beginner wilt inschakelen, ga je naar Camera View in the DJI GO 4-app, tik je op en tik je vervolgens op de schakelaar voor de modus Beginner.
2. Meld je aan bij de app met je DJI-account of registreer een nieuwe DJI-account. 3. Zet de drone en de afstandsbediening aan. 4. Selecteer 'Mavic Air' en vervolgens 'Connect to the Aircraft’s Wi-Fi' en 'Wired Connection'. Volg dan de aanwijzingen om de verbinding tot stand te brengen.
Wees tijdens een vlucht oplettend en houd een toereikende manoeuvreerruimte aan. Schakel de optie 'Multi Flight Modes' in de DJI GO 4-app in om te schakelen tussen de S-modus en P-modus.
Mavic Air Gebruikershandleiding LED's en statusindicator op de drone De Mavic Air heeft LED's aan de voorzijde en een statusindicator voor de drone zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding: LED aan voorzijde LED aan voorzijde Statusindicator drone De LED's aan de voorzijde geven de richting van de drone en de status van sommige functies weer (raadpleeg het hoofdstuk Functies voor meer bijzonderheden).
Indicatorbalk DJI GO 4 voor accuniveau De gekleurde zones en markeringen op de indicatorbalk van DJI GO 4 voor het accuniveau geven de geschatte resterende vliegtijd aan. Zij passen zich automatisch aan de huidige locatie en status van de drone aan.
Pagina 14
10 seconden op zijn huidige locatie zweven en wacht op opdrachten van de piloot. De gebruiker kan op in de DJI GO 4-app tikken of op de RTH-knop op de afstandsbediening drukken om Uitvalbeveiligde RTH te annuleren en weer de controle over de drone over te nemen. Als er door de piloot geen opdrachten worden gegeven, vliegt de drone in een rechte lijn naar de thuisbasis.
Hoogte boven thuisbasis<=Uitvalbeveiligde hoogte Vermijden van obstakels tijdens RTH De Mavic Air kan nu tijdens RTH obstakels detecteren en actief proberen te vermijden, mits de lichtomstandigheden toereikend zijn voor voorwaarts en achterwaarts gericht zicht (Forward en Backward Vision Systems). De procedure voor het vermijden van obstakels is als volgt: 1.
1. Wanneer de landingsbeveiliging bepaalt dat de grond geschikt is voor een landing, zal de Mavic Air voorzichtig landen. 2. Wanneer de landingsbeveiliging bepaalt dat de grond niet geschikt is voor een landing, zal de Mavic Air blijven stilhangen en op bevestiging van de piloot wachten.
De op de drone geïnstalleerde camera's van de systemen voor voorwaarts, achterwaarts en neerwaarts gericht zicht zijn in de fabriek gekalibreerd. Het is echter mogelijk dat kalibratie nodig is met DJI Assistant 2 of de DJI GO 4-app als de drone ergens tegenaan is gebotst.
QuickShots QuickShots-opnamemodi zijn Dronie, Circle, Helix, Rocket, Boomerang en Asteroid. De Mavic Air maakt een video-opname volgens de geselecteerde opnamemodus en maakt er vervolgens automatisch een video van 10 seconden van. De video kan worden bekeken, bewerkt of gedeeld op sociale media via het afspeelmenu.
Pagina 20
QuickShots afsluiten Tik op in de DJI GO 4 of zet de vluchtmodusschakelaar in de S-modus wanneer je QuickShots tijdens het maken van opnamen wilt verlaten. Druk op de vluchtpauzeknop op de afstandsbediening om een noodstop uit te voeren.
Pagina 21
Gebruik de rolstick op de af- drone te manoeuvreren, maar in DJI GO 4 om in een cirkel standsbediening om in een cirkel oriëntatiebesturing is uitgeschakeld. rond het object te vliegen.
Pagina 22
De eerste keer dat je SmartCapture gebruikt, selecteer je dit in de DJI GO 4-app en lees je de waarschuwingsprompt aandachtig door. Gebruik SmartCapture alleen als je de waarschuwing begrijpt.
Pagina 23
Als de omstandigheden niet geschikt zijn voor het gebruik van SmartCapture, branden de voorste LED's continu rood en wordt er een waarschuwing weergegeven in DJI GO 4. Als je niet gebruikmaakt van de app, sluit je de drone aan op je mobiele apparaat en start je de app om een beschrijving van de waarschuwing te zien.
Cinemamodus Tik op in de DJI GO 4-app om de cinemamodus in te schakelen. In cinemamodus is de remweg van de drone langer en de draaisnelheid lager. De drone vertraagt langzaam totdat hij tot stilstand komt. Ondertussen blijft hij duidelijke en stabiele beelden leveren, ook wanneer de besturingssignalen van een slechte kwaliteit zijn.
Pagina 26
1. Stijg op en blijf op ten minste 1 meter (3,3 ft) boven de grond stilhangen. 2. Tik in DJI GO 4 op , selecteer vervolgens TapFly, selecteer een submodus en volg de instructies. 3. Tik eenmaal op het doel en wacht tot de knop GO verschijnt. Tik op de knop GO om je keuze te bevestigen, waarna de drone automatisch naar het doel zal vliegen.
APAS maakt het gemakkelijker om obstakels te vermijden en vloeiendere beelden te krijgen en biedt een betere vliegbeleving. Wanneer APAS is ingeschakeld en op de afstandsbediening op de vluchtpauzeknop wordt gedrukt of in de DJI GO 4-app op wordt getikt, komt de drone tot stilstand.
Intelligent Flight Battery De Mavic Air Intelligent Flight Battery is een accu van 11,55 V, 2375 mAh met functionaliteit voor slim opladen/ ontladen. De accu mag alleen worden opgeladen met een geschikte netstroomadapter die is goedgekeurd door DJI.
Voordat je de Intelligent Flight Batteries in een drone plaatst, moeten ze eerst worden ontladen tot het accuniveau 30% of lager is. Je kunt dit doen door de Mavic Air buiten te laten vliegen tot er minder dan 30% lading over is of tot de Intelligent Flight Battery niet meer aan gaat.
DJI aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door netstroomadapters van andere producenten. De Intelligent Flight Battery plaatsen Plaats de Intelligent Flight Battery in het accuvak van de drone en zorg ervoor dat de accu stevig vastzit en dat de accuvergrendelingen zijn vastgeklikt.
Gebruik het gimbalwiel op de afstandsbediening om de kantelbeweging van de camera te besturen. Of ga in DJI GO 4 naar Camera View, druk op het scherm en houd vast tot een blauwe cirkel verschijnt, en sleep de cirkel omhoog of omlaag om de camera te kantelen. Sleep de cirkel naar links of rechts om de oriëntatie van de drone te regelen.
Pagina 33
4-app kan op een aangesloten mobiel apparaat een live preview worden bekeken van wat de camera ziet. microSD-kaartsleuf camera De Mavic Air heeft 8 GB interne opslag en ondersteunt tevens het gebruik van een microSD-kaart voor het opslaan van je foto's en video's. Een UHS-1 microSD-kaart is vereist vanwege de snelle lees- en schrijfsnelheid die nodig is voor video-opnamen met hoge resolutie.
De geavanceerde wifi-technologie van DJI is in de afstandsbediening ingebouwd en biedt een maximaal zendbereik van 4 km*, terwijl downlinken van 720p-video van de drone naar de DJI GO 4-app op je mobiele apparaat tot de mogelijkheden behoort. Door de afneembare joysticks is de afstandsbediening eenvoudiger op te bergen.
(Modus 1, Modus 2 en Modus 3) beschikbaar en aangepaste modi kunnen worden gedefinieerd in de DJI GO 4-app. De standaardmodus is Modus 2. In elk van de drie voorgeprogrammeerde modi zweeft de Mavic Air met een constante oriëntatie op zijn plaats wanneer beide joysticks gecentreerd zijn. De functies in onderstaande afbeelding worden uitgevoerd als een joystick uit de middelste stand wordt geduwd.
RTH. De functietoets en de aanpasbare knop De functies van de functietoets en aanpasbare knop worden ingesteld in de DJI GO 4-app. Optimaal zendbereik Het signaal tussen de drone en de afstandsbediening is het meest betrouwbaar wanneer de antennes ten opzichte van de drone zijn geplaatst zoals hieronder is afgebeeld.
Mavic Air Gebruikershandleiding Afstandsbediening koppelen Afstandsbedieningen die samen met een Mavic Air worden aangeschaft, worden vóór verzending gekoppeld. Volg de onderstaande instructies om de afstandsbediening aan een Mavic Air te koppelen: 1. Schakel de drone en de afstandsbediening in. 2. Start DJI Go 4.
Equipment, Editor, SkyPixel en Me, die worden gebruikt om je drone te configureren en om je foto's en video's te bewerken en met anderen te delen. Equipment Menu Device Als dit nog niet is geselecteerd, selecteer je Mavic Air in het menu Device in de linkerbovenhoek van het scherm. Menu Function Tik op in de rechterbovenhoek van het scherm om het menu Function te openen.
Pagina 42
Tik op om opnamemodi voor foto's te selecteren. De Mavic Air ondersteunt Single Shot, Burst Shot, Interval Shot en verschillende panoramamodi. Panorama ondersteunt vier submodi voor opnamen en kan sferische (bolvormige) panoramafoto's van 32 megapixels vastleggen en genereren.
3. Start de DJI GO 4-app en tik op het pictogram in de rechterbovenhoek van het scherm. Scan vervolgens de wifi-QR-code op de drone om de verbindingsprocedure te starten.
De vlieghoogte- en afstandslimieten kunnen worden gewijzigd in de DJI GO 4-app. Let op dat de maximale vlieghoogte niet hoger mag zijn dan 500 meter. Op basis van deze instellingen zal de Mavic Air vliegen in een beperkte cilinder, zoals hieronder afgebeeld: Max.
Vlieg de drone alleen binnen je gezichtsveld. GEO-zones Alle GEO-zones staan vermeld op de officiële DJI-website op http://www.dji.com/flysafe. GEO-zones zijn ingedeeld in verschillende categorieën en omvatten locaties, zoals vliegvelden, vlieggebieden waar bemande vliegtuigen op lage hoogte vliegen, grenzen tussen landen en gevoelige locaties zoals energiecentrales.
Gebruik automatisch opstijgen alleen als de statusindicator van de drone groen knippert. Volg de stappen hieronder om de functie voor automatisch opstijgen te gebruiken: 1. Activeer de DJI GO 4-app en tik op GO FLY om naar Camera View gaan. 2. Voer alle stappen op de checklist voor vluchtvoorbereiding uit.
Als de statusindicator van de drone tijdens het vliegen langzaam of snel rood knippert, is er sprake van een waarschuwing voor een laag of kritiek laag accuniveau. Bekijk de Mavic Air-videotutorials om meer te weten te komen over de opstijg- en landingsprocedures.
1. Vliegen op een locatie meer dan 50 km verwijderd van de laatste vlieglocatie. 2. De drone heeft langer dan 30 dagen niet gevlogen. 3. Een waarschuwing over kompasinterferentie verschijnt in de DJI GO 4-app en/of de statusindicator van de drone knippert snel afwisselend rood en geel.
Pagina 56
Kalibratieprocedure Kies een open gebied om de volgende procedure uit te voeren. 1. Tik in de DJI GO 4-app op de systeemstatusbalk, selecteer Calibrate en volg daarna de aanwijzingen op het scherm. 2. Houd de drone horizontaal en draai hem 360 graden rond. De statusindicator van de drone gaat constant groen branden.
Je kunt de firmware niet updaten als de afstandsbediening niet is gekoppeld aan de drone. Gebruik van DJI Assistant 2 De USB-C-poort wordt gebruikt om de Mavic Air op een computer aan te sluiten wanneer de firmware moet worden bijgewerkt. Volg de instructies hieronder om de firmware te updaten via DJI Assistant 2: 1.