Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

dji MATRICE 30 Series Gebruikershandleiding pagina 23

Verberg thumbnails Zie ook voor MATRICE 30 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Pas de drone-instellingen aan op uw behoeften met de afstandsbediening (apart
verkrijgbaar). Controleer de instellingen van de remafstand van het obstakel, de
waarschuwingsafstand, de instellingen van de cardanische camera en de RTK van de
drone. Handhaaf de modus "Nauwkeurigheid positiebepaling" in de DJI Pilot 2 App.
Raadpleeg het gedeelte Instellingen van de drone met afstandsbediening B voor meer
informatie.
DJI FlightHub 2 Checklist
Open de DJI FlightHub 2 project-pagina, klik op
a. Zorg ervoor dat de dockstatus inactief is en dat de drone-status in stand-by staat of
is uitgeschakeld.
b. Zorg ervoor dat de windsnelheid, omgevingstemperatuur en neerslag binnen een
redelijk bereik liggen en dat de netwerkverbinding van het dock stabiel is.
c. Klik op Live om dock-livestream te openen. Zorg ervoor dat het oppervlak van de
dockafdekking vrij is van obstakels en sneeuw of ijs.
d. Klik op Actie om de status van het apparaat te controleren. Zorg ervoor dat de
RTK van het dock gekalibreerd is en de RTK-data geconvergeerd zijn, dat het
satellietsignaal goed is en dat de opslag van het apparaat voldoende vrije ruimte
heeft.
e. Zorg ervoor dat u de obstakeldetectie van de drone heeft ingeschakeld. Zorg ervoor
dat u de bakens van de drone voor 's nachts aanzet. Zorg ervoor dat u de maximale
hoogte, de maximale afstand en alternatieve routehoogte instelt in op basis van
huidige vluchtomstandigheden.
Zorg ervoor dat de dock- en de dronefirmware zijn bijgewerkt naar de nieuwste versie
op de Apparaten-pagina.
Zorg ervoor dat er een alternatieve landingsplaats is ingesteld.
Controleer de volgende instellingen van de vluchtroute:
a. Zorg ervoor dat de vliegroute niet door GEO-zones loopt en dat de vliegroute een
horizontale afstand van ten minste 20 m tot de GEO-zone aanhoudt.
b. Controleer het startpunt, de hoogtemodus en de vlieghoogte. Wanneer u in de buurt
van een GEO-zone vliegt, wordt het aanbevolen de vlieghoogte ten minste 5 m lager
in te stellen dan de hoogtegrens van de GEO-zone.
Zorg er bij het maken van een taakplan voor dat u een RTH-hoogte ten minste 5 m
lager instelt dan de hoogtelimiet van de GEO-zone.
Let tijdens de vluchttest op de hoogte van de vlucht, de vluchtsnelheid, het accuniveau
en andere vluchtparameters.
Verdeel het luchtruim voor vluchten wanneer er meerdere drones tegelijkertijd vliegen,
om botsingen in de lucht te voorkomen.
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
>
en controleer het volgende:
©
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave