Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Om veiligheidsredenen wordt aanbevolen vóór de vluchttests de afstandsbediening
te koppelen als afstandsbediening B.
• Zorg er bij het importeren van vluchtroutes naar DJI FlightHub 2 voor dat de
RTK-signaalbron van de vluchtroute dezelfde is als de signaalbron die wordt
gebruikt om de RTK van het dock te kalibreren. Anders verschilt het werkelijke
vliegtraject van de drone van de vooraf ingestelde vliegroute en kan de drone
zelfs crashen.
• Nadat er een taakplan is gestart, controleert het dock automatisch of de
omgeving (zoals windsnelheid, neerslag en omgevingstemperatuur) geschikt
is voor vluchttaken. Om de vliegveiligheid te garanderen kan de drone in de
volgende omstandigheden niet opstijgen:
a. Wanneer de windsnelheid hoger is dan 12 m/s.
b. Bij zware regenval.
c. Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan -20 °C.
d. Wanneer één van de noodstopknoppen op het dock wordt ingedrukt.
e. Wanneer de voeding van het dock is uitgeschakeld.
f.
Wanneer het niveau van de Intelligent Flight Battery lager is dan 30%.
g. Wanneer de RTK van de drone is uitgeschakeld.
h. Wanneer het satellietsignaal van de drone te zwak is (wanneer het
satellietpictogram van de drone in DJI FlightHub 2 rood is).
• Als er een waarschuwingsbericht verschijnt in DJI FlightHub 2, klikt u op het
bericht om waarschuwingsdetails te bekijken en volgt u de instructies om op
afstand fouten op te sporen.
• Als de windsnelheid bijna 12 m/s is, probeer dan de vlieghoogte en de RTH-
hoogte te verlagen om zo het effect van de sterke wind te verminderen.
Controleer ondertussen de vlieghoogte en de RTH-hoogte om er zeker van te
zijn dat het vliegroute en het RTH-pad vrij zijn van obstakels.
24
©
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.