Drone
De Matrice 30-serie Dock-versie drone bestaat voornamelijk uit het vluchtbesturingssysteem,
het communicatiesysteem, het zichtsysteem, het beeldverwerkingssysteem, het
aandrijfsysteem en het stroom- en accusysteem. Dit hoofdstuk beschrijft de functies van
deze componenten.
De drone is bij aankoop van de Matrice 30-serie dockbundel al gekoppeld aan het dock.
Volg anders de instructies om de drone aan het dock te koppelen (de firmware van zowel
het dock als de drone moeten worden bijgewerkt naar de laatste firmwareversie):
1. Gebruik de driehoekige sleutel om de deur van de schakelkast te openen.
2. Druk vijf keer op de knop voor handmatige ontgrendeling van de dockafdekking en
houd vervolgens de aan/uit-knop van het toestel vijf seconden of langer ingedrukt.
Tijdens het koppelingsproces knipperen de statusindicatoren van de dockafdekking
blauw en laat het dock korte pieptonen horen.
3. Wanneer het koppelingsproces is geslaagd, knipperen de statusindicatoren van het
dock wit.
• Het dock kan ook met de afstandsbediening aan de drone worden gekoppeld.
Raadpleeg de handleiding voor installatie en instelling voor meer informatie.
Vliegstanden
Drones uit de Matrice 30-serie Dock-versie vliegen standaard in N-modus (normaal). In
de N-modus maakt de drone gebruik van GNSS en het zichtsysteem dat obstakeldetectie
in zes richtingen mogelijk maakt om zichzelf automatisch te stabiliseren. Wanneer
obstakeldetectie is ingeschakeld en de verlichting en andere omgevingsomstandigheden
voldoende zijn, is de maximale kantelhoek van de drone 25°.
Zichtsysteem en systeem met infraroodsensor
42
©
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Achteraanzicht
Onderaanzicht