6
x
Regeling
Als de pompcapaciteit te laag is, kan de stroming in het zonne-
energiecircuit afhankelijk van de installatie of temperatuur
worden onderbroken. Als de doorstroming gedurende minstens
10 seconden onder de waarde "V2" (afb. 6-3 en tab. 6-1) daalt,
herkent de regeling een doorstromingsonderbreking, de laatst
gebruikte vermogenstrap wordt als minimaal pompvermogen op-
geslagen. Lagere vermogenstrappen worden automatisch ge-
blokkeerd.
De temperatuurafhankelijke vermogensregeling van de zonne-
energiebedrijfspomp P
gebeurt aansluitend tussen het be-
S
paalde minimale en maximale vermogen. De spreiding van "T
en "T
" (=T
– T
) wordt continu gemeten en met de streef-
R
V
R
spreiding "DT" vergeleken. Als de temperatuurspreiding tussen
"T
" en "T
" te groot is, wordt het pompvermogen (max. 15
V
R
stappen) en daarmee de doorstroming door het collectorveld zo
lang verhoogd, tot de ingestelde spreiding is bereikt. Als de
spreiding te klein is, wordt het pompvermogen verminderd
(afb. 6-2). Het huidige pompvermogen wordt tijdens de actieve
looptijd in de bedrijfsweergave [Debiet] naast de doorstromings-
meetwaarden in procent weergegeven. Een typisch bedrijfs-
verloop van een modulerend zonne-energiesysteem wordt ge-
toond in afb. 6-3.
DT
Streefspreiding (berekend voor het bedrijfspunt)
P
Zonne-energiebedrijfspomp
S
S1
Bovenste streefspreiding ([Spreiding 1])
S2
Onderste streefspreiding ([Spreiding 2])
T
Collectortemperatuur
K
T1
Vorstbeschermingstemperatuur ([T frost])
T2
Booster-temperatuur ([TK max])
T3
Herinschakelbeschermingstemperatuur ([TK toegelat.])
—
Streefspreiding
- -
Schakelgrenzen voor pompmodulatie
Pompvermogen wordt verhoogd
Pompvermogen wordt verlaagd
Afb. 6-2
Regeling van het pompvermogen aan de hand van het tempe-
ratuurverschil
Als de regeling uit- en opnieuw wordt ingeschakeld:
– worden automatisch geblokkeerde pompstappen opnieuw
vrijgegeven.
– wordt de installatie automatisch opnieuw ingeregeld.
– blijven handmatig geblokkeerde pompstappen
(zie hoofdstuk 6.3.8) geblokkeerd.
Bedienings- en installatiehandleiding
22
"
V
A
Startfase
B
Bedrijfsfase (modulatie)
C
Stromingonderbreking
D
Lage pompvermogenstrappen worden na de stroomonderbreking
automatisch geblokkeerd
P
Zonne-energiebedrijfspomp
S
t
Tijd
t
Minimale looptijd van de zonne-energiebedrijfspomp P
1
maal vermogen ([Tijd P2])
t
Stabiliseringstijd
2
t
Herkenduur van een onderbreking (10 s)
3
V
Doorstroming in het zonnecircuit
V1
Minimale doorstroming in de startfase
V2
Minimale doorstroming in de bedrijfsfase
Afb. 6-3
Voorbeeld van modulatiemodus met onderbrekingafhankelijke
blokkering bij lage pompstanden bij installaties met
FlowSensor
6.2.10 Functie Totale Reset
Door een totale reset gaan alle afzonderlijke instellin-
gen verloren en wordt het gebeurtenissengeheugen
gewist. Alle berekende grootten (Infoparameter) wor-
den op nul gezet.
Als de functie Totale Reset via het menupad wordt geactiveerd,
blijft de totale warmteopbrengst behouden. Met de sneltoets via
de toetscombinatie wordt ook deze waarde gewist.
Het apparaat reageert op de Totale Reset met een nieuwe start
(zelftest), alle parameters worden terug naar de fabrieksinstel-
lingen gezet en alle geblokkeerde pompvermogenstrappen
worden vrijgegeven. De reset gebeurt:
● Via menupad: Activering door de verwarmingsmonteur in het
instelmenu [Systeem].
● Door sneltoets: Gelijktijdige druk op de OK- en de pijltjes-
toetsen.
met maxi-
S
Daikin EKSRPS4A
Daikin Regel- en pompeenheid
008.1627532_00 – 02/2016