Inhoudsopgave
Advertenties
5
x
Inbedrijstelling en buiten bedrijfstelling
5
Inbedrijstelling en buiten bedrijfstelling
5.1 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING!
U kunt het zonne-energiesysteem pas in bedrijf
stelen, nadat alle hydraulische en elektrische
aansluitingen zijn gemaakt.
Een onjuiste inbedrijfstelling kan ten koste gaan
van een goede werking en het hele systeem be-
schadigen. De installatie en inbedrijfstelling
mag alleen worden uitgevoerd door verwar-
mingsmonteurs die door Daikin geautoriseerd
en opgeleid zijn.
Voor de inbedrijfstelling moeten de aardlei-
dingsweerstand en de correcte aansluiting
worden gecontroleerd.
LET OP!
De inbedrijfstelling bij vriestemperaturen kan tot
schade aan de volledige installatie leiden.
● De inbedrijfstelling bij buitentemperaturen
onder 0 °C enkel bij de verzekering van een
watertemperatuur van minstens 5 °C in het
zonne-energiecircuit (bijv. voorafgaande
opwarming van de warmwaterboiler).
Daikin raadt aan om het systeem bij extreme
vorst niet in bedrijf te stellen.
Voer alle hierna opgesomde taken in de opgegeven volgorde uit!
1. Boiler vullen:
● Vul de tapwaterwarmtewisselaar.
De tapwaterkwaliteit moet overeenstemmen met de
EU-richtlijn 98/83 EC en de regionaal geldende
voorschriften.
● Bufferboilervolume via de vul- en aftapkraan (KFE BA)
aan de regel- en pompeenheid EKSRPS4A vullen tot het
water via de veiligheidsoverloop uitstroomt.
● Vul- en aftapkraan (KFE BA) sluiten.
2. Solar R4-regeling inschakelen.
Initialisatiefase begint.
3. Na de initialisatiefase (temperatuuraanduiding) moet u het
zonne-energiesysteem vullen en ontluchten door gelijktijdig
op beide pijltjestoetsen te drukken (handmatige modus
starten).
De zonne-energiebedrijfspomp P
dige vermogen en het zonne-energiesysteem wordt aan
een maximaal mogelijke bedrijfsdruk onderworpen. Het
zonne-energiesysteem wordt gevuld, de lucht ontsnapt
via de aanvoerleiding in de luchtruimte van het boilerre-
servoir.
Bedienings- en installatiehandleiding
16
4. Onderwerp alle verbindingen in het huis en op het dak aan
5. Solar R4-regeling uitschakelen.
6. Controleer het vulpeil van het voorraadvat.
7. De vultijd instellen:
8. Solar R4-regeling door gelijktijdige druk op beide
9. Enkel bij de aansluiting van een regel- en pompeenheid
10. Geef de gebruiker alle uitleg, vul het overdrachtformulier in en
draait nu met het volle-
S
een visuele controle. Maak eventuele lekken vakkundig dicht.
Binnen enkele minuten na het uitschakelen en het leeg-
lopen van het zonne-energiesysteem, moet de vulpei-
lindicator in de warmwaterboiler opnieuw nagenoeg het
vulniveau bereiken.
– Oorzaak voor een lichtjes lager vulpeil is het achterblijven
van een kleine hoeveelheid water in de onderste vergaarbui-
zen van de collectoren. Bij een correcte uitlijning van het col-
lectorveld vormt deze hoeveelheid water ook bij vorst geen
gevaar voor de collector aangezien er voldoende ruimte aan-
wezig is om uit te zetten.
– Als het vulpeil duidelijk onder het vulniveau blijft, kan dit op
niet-ontdekte lekkages of een foutieve plaatsing van de lei-
dingen (waterophopingen) wijzen. In dit geval moet het
systeem nog een keer zeer nauwkeurig worden gecontro-
leerd.
● Solar R4-regeling opnieuw inschakelen (initialisatiefase
begint).
● Na de initialisatiefase (temperatuuraanduiding) activeer u
de manuele modus door gelijktijdig op de beide pijltjes-
toetsen te drukken.
● Ga na hoe lang het duurt om het zonne-energiesysteem
volledig te vullen. Het systeem is volledig gevuld als er
geen luchtgeluiden meer hoorbaar zijn en een stabiele
waarde voor de doorstroming wordt weergegeven
(meetplaats [Debiet] via pijltjestoetsen aansturen).
● De bepaalde tijd plus 20 s bij de parameter [Tijd P2]
instellen (zie hoofdstuk 6.3.6).
pijltestoetsen of nieuwe uit- en inschakeling in de
automatische modus schakelen.
Het zonne-energiesysteem is nu bedrijfsklaar.
De correcte doorstroming in het zonne-energiecircuit
wordt door de toerentalregeling van de zonne-energie-
bedrijfspomp P
automatisch ingesteld.
S
EKSRPS4A op meerdere zonneboilers:
– Het volledige, met de FlowSensor in de zonne-energie-
aanvoer gemeten doorstroming moet gelijkmatig over alle
aangesloten zonneboilers worden verdeeld. Voor het
inregelen raden wij het gebruik van een FlowGuard (FLG)
aan elke boiler aan.
stuur het terug naar het adres dat op de achterzijde van deze
installatie- en gebruiksaanwijzing is vermeld.
Daikin EKSRPS4A
Daikin Regel- en pompeenheid
008.1627532_00 – 02/2016
Advertenties
Inhoudsopgave
