6
Regeling
6.1 Bedienorganen en uitleeselementen
1
Hoofdschakelaar met meldlamp
2
Display voor de temperatuur- en parame-
terweergave (energiebesparingsfunctie:
10 minuten na de laatste druk op de knop
dooft de displayverlichting)
3
Meldlamp van de collectortemperatuur-uit-
lezing
4
Meldlamp voor de zonne-energieaanvoer-
temperatuur en doorstromingsmeting
(FLS)
5
Meldlamp voor de temperatuuruitlezing
van het voorraadvat
6
Meldamp van de collector retourtempera-
tuur- uitlezing
Afb. 6-1
Bedienings- en weergave-elementen
6.2 Werkingswijze van de regeling
In verband met permanente verbeteringen voor een op-
timaal gebruik van het zonne-energiesysteem werd de
Solar R4-regeling uitgerust met een updatefunctie.
Daarom gelden sommige, in dit hoofdstuk beschreven
functies uitsluitend voor bepaalde programmaversies. Deze
functies zijn specifiek door symbolen aangeduid.
Software-updates op de Solar R4-regeling mogen enkel door de
Daikin servicetechnici worden doorgevoerd.
De netschakelaar scheidt de Solar R4-regeling volledig
van de netspanning. Het schakelen van de netschake-
laar vereist een hogere toetsdruk dan bij het bedienen
van de bedieningstoetsen.
Daikin EKSRPS4A
Daikin Regel- en pompeenheid
008.1627532_00 – 02/2016
7
Meldlamp voor de bedrijfsstatus van de
toerentalgeregelde zonne-energiebedrijfs-
pomp P
(licht op als de pomp in bedrijf is -
S
knippert als de pomp langzaam draait)
8
Toets Pijl-omhoog om te wisselen tussen
temperatuur- of parameteruitlezing in pijl-
richting of om de parameterwaarde te ver-
hogen
9
Toets Pijl-omlaag om te wisselen tussen de
temperatuur- of parameteruitlezing in pijl-
richting of om de parameterwaarde te ver-
lagen
6.2.1 Pompmodus
Het zonne-energiesysteem wordt het hele jaar door volledig au-
tomatisch gebruikt zonder dat er handmatige ingrepen noodza-
kelijk zijn. De toerentalgeregelde pompwerking wordt door de
Solar R4-regeling gestuurd. De bedienings- en displayelementen
zijn in afb. 6-1 beschreven.
Criterium voor het inschakelen:
– De pompen werken afhankelijk van het permanent gemeten
Criteria voor het uitschakelen:
– De uitschakeling van de zonne-energiebedrijfspomp P
10
Infotoets: geeft toegang tot het informatie-
niveau (weergave van meetwaarden, maxi-
mumwaarden en rekenwaarden).
OK-toets: om instellingen in het instelmenu
te kwiteren en op te slaan
11
Regelaarbehuizing
12
Sluitschroeven voor de apparaatbehuizing
(achterzijde)
13
Typeplaatje
Het apparaat mag enkel door erkende vak-
lui worden geopend. Voor het openen eerst
de netstekker uittrekken!
temperatuurverschil tussen de collector- (T
temperatuur (T
) en vergelijking met de in de parameter
R
[Delta T aan] ingestelde waarde.
De zonne-energiebedrijfspomp P
temperatuurverschil (= T
– T
K
[Delta T aan] ingestelde waarde overschrijdt (bijv. retourtem-
peratuur = 40 °C en [Delta T aan] = 15 K; Collectortempera-
tuur > 55°C).
gebeurt bij overschrijding van het temperatuurverschil van de
in parameter [Delta T uit] ingestelde waarde.
1. mogelijkheid: Normaal uitschakelen wanneer de "Vultijd"
(parameter [Tijd P2]) is verstreken en het temperatuurver-
schillen tussen aanvoer- en retourtemperatuur de uitschakel-
voorwaarde bereikt (T
– T
V
R
2de mogelijkheid: Snel uitschakelen wanneer de collector
binnen de "Vultijd" (parameter [Tijd P2]) te snel afkoelt
(T
– T
< [Delta T uit]).
K
R
6
x
Regeling
) en de retour-
K
wordt ingeschakeld als het
S
) de in de parameter
R
S
< [Delta T uit]).
Bedienings- en installatiehandleiding
19