nl De Bediening in essentie
De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
8.
doekje of een zachte borstel grondig reinigen.
8 De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Het apparaat inschakelen met
▶
a Op het display verschijnt het Bosch logo. Hierna
verschijnen de verwarmingsmethoden.
8.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet nodig
heeft. Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het automatisch uit.
Het apparaat uitschakelen met
▶
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
a Op het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
In werking stellen met .
▶
a Op het display verschijnen de instellingen, de loop-
tijd, de ringlijn en de opwarmlijn.
8.4 Werking onderbreken of afbreken
U kunt de werking kort onderbreken en weer voortzet-
ten. Breekt u de werking volledig af, dan worden de in-
stellingen gereset.
Om de werking kort te onderbreken:
1.
Kort op drukken.
‒
Om de werking voort te zetten, op drukken.
‒
Op de werking af te breken, ca. 3 seconden inge-
2.
drukt houden.
a De werking wordt afgebroken en alle instellingen
worden gereset.
8.5 Functie instellen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, stelt het een
functie voor, bijv. verwamingsmethoden.
Kiest u liever een andere dan de voorgestelde func-
1.
tie, druk dan op
a De keuzelijst met de functies verschijnt.
→ "Functies", Pagina 8
Op de gewenste functie drukken.
2.
3.
Om andere opties in te stellen, drukt u op de betref-
fende tekstvelden.
De waarde met de bedieningsring veranderen.
4.
In werking stellen met .
5.
12
.
.
.
8.6 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Vereiste: De functie "Verwarmingsmethoden" is geko-
zen.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
1.
Is de verwarmingsmethode niet te zien in de touch-
displays, blader dan met de bedieningsring door de
keuzelijst.
a De temperatuur is wit gemarkeerd.
De temperatuur met de bedieningsring instellen.
2.
In werking stellen met .
3.
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display staat de tijd, hoelang het programma
al loopt en de doeltemperatuur.
Als het gerecht klaar is, het apparaat met
4.
kelen.
Tip: De meest geschikte verwarmingsmethode voor uw
gerechten vindt u in de beschrijving van de verwar-
mingsmethoden.
Opmerking: U kunt aan het apparaat de duur en het
einde van de werking instellen.
→ "Tijdfuncties", Pagina 13
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
1.
De werking met onderbreken.
Op "Verwarmingsmethoden" drukken.
2.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
3.
a Op het display verschijnt de bijbehorende voorge-
stelde temperatuur.
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur
direct wijzigen.
De temperatuur wijzigen met de bedieningsring.
▶
a De temperatuur wordt direct overgenomen.
8.7 Informatie weergeven
In de meeste gevallen kunt u informatie bij de zojuist
uitgevoerde functie oproepen. Vele aanwijzingen ver-
schijnen automatisch, bijv. ter bevestiging of als oproep
of waarschuwing.
Op drukken.
1.
a Indien aanwezig, wordt informatie gedurende enkele
seconden weergegeven.
Bij langere teksten bladeren met de bedieningsring.
2.
uitscha-