Dunne
Steek de braadthermometer opzij in de
vlees-
dikste plaats van het vlees.
stukken
Dikke
Steek de thermometer van boven
vlees-
schuin tot de aanslag in het vlees.
stukken
Gevogel-
De braadthermometer in de dikste
te
plaats van de gevogelteborst steken tot
de aanslag. Steek de braadthermometer
schuin of in de lengte in het gevogelte,
afhankelijk van de vorm.
Het gevogelte draaien en met de borst-
zijde naar beneden op het rooster leg-
gen.
Vis
Bij hele vis de braadthermometer achter
de kop in de richting van de ruggen-
graat tot de aanslag insteken.
De vis zonder hem te keren in de zwem-
stand op het rooster plaatsen, bijv. met
een halve aardappel als steun.
Het product samen met de braadthermometer in de
2.
binnenruimte plaatsen.
3.
De aansluiting van de braadthermometer in de lin-
kerbus in de binnenruimte steken.
Opmerkingen
¡ Verwijdert u de braadthermometer tijdens het ge-
bruik, dan worden alle instellingen gereset.
¡ Wilt u het product keren, verwijder de braadthermo-
meter dan niet. Controleer na het keren van het pro-
duct of de braadthermometer nog goed in het ge-
recht zit.
11.3 Braadthermometer instellen
De braadthermometer meet de temperatuur in het bin-
nenste van het product tussen 30°C en 99°C.
Vereisten
¡ Het product met de braadthermometer staat in de
binnenruimte.
¡ De braadthermometer is in de binnenruimte gesto-
ken.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
1.
a De temperatuur van de binnenruimte is wit gemar-
keerd.
De temperatuur van de binnenruimte met de bedie-
2.
ningsring instellen.
De temperatuur van de binnenruimte minstens 10°C
hoger instellen dan de kerntemperatuur.
De temperatuur van de binnenruimte niet hoger in-
stellen dan 250°C.
Op "Kerntemperatuur" drukken.
3.
a De kerntemperatuur is wit gemarkeerd.
De kerntemperatuur met de bedieningsring instellen.
4.
5.
In werking stellen met .
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display staat de tijd, hoelang het programma
al loopt en de kerntemperatuur.
a Links staat de actuele kerntemperatuur in het pro-
duct, rechts staat de ingestelde, bijv. 15°C|75°C.
De actuele kerntemperatuur verschijnt pas vanaf ca.
10°C. De opwarmlijn geeft ook de kerntemperatuur
aan.
a Als het gerecht klaar is, weerklinkt een signaal. Het
apparaat warmt niet meer op. Op het display is de
actuele kerntemperatuur gelijk aan de ingestelde
kerntemperatuur, bijv. 75°C|75°C.
6.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
De binnenruimte, accessoires en braadthermometer
worden zeer heet.
Neem hete accessoires en de braadthermometer
▶
altijd met behulp van een pannenlap uit de bin-
nenruimte.
Als de kerntemperatuur is bereikt:
Het apparaat uitschakelen met
‒
Neem de braadthermometer uit de aansluiting in
‒
de binnenruimte.
Neem de braadthermometer uit het product en
‒
uit de binnenruimte.
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking is de kerntempera-
1.
tuur wit gemarkeerd. U kunt de kerntemperatuur di-
rect met de bedieningsring wijzigen.
Om de temperatuur van de binnenruimte te veran-
2.
deren, op "Temperatuur" drukken en de temperatuur
van de binnenruimte wijzigen met de bedienings-
ring.
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
De werking met onderbreken.
1.
Op "Verwarmingsmethoden" drukken.
2.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
3.
a Op het display verschijnt de bijbehorende voorge-
stelde temperatuur.
Braadthermometer nl
.
15