Overige instellingen
Beeldkwaliteit wijzigen
Maak een keuze uit 7 combinaties van formaat (aantal pixels) en compressie
(beeldkwaliteit). Geef ook aan of beelden in RAW-indeling moeten worden
vastgelegd ( = 98). Zie "Aantal opnamen per geheugenkaart" ( = 220)
voor richtlijnen over hoeveel opnamen van elke type beeld op een
geheugenkaart passen.
Druk op de knop [
z
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
( = 29).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
z
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
z
oorspronkelijke instelling, herhaalt
u deze procedure, maar selecteert u [ ].
●
[
] en [
] geven verschillende beeldkwaliteitsniveaus aan
afhankelijk van de mate van compressie. Bij hetzelfde formaat
(aantal pixels) biedt [
] een hogere beeldkwaliteit. Alhoewel
[
]-beelden een iets lagere beeldkwaliteit hebben, passen er
meer op een geheugenkaart. Houd er rekening mee dat [
een beeldkwaliteit is van [
].
●
Niet beschikbaar in de modus [
●
U kunt deze instelling ook configureren door MENU ( = 30) ►
tabblad [
1] ► [Beeldkwalit.] te kiezen.
Wanneer u het gewenste aantal pixels wilt baseren op het afdrukformaat,
kunt u de volgende tabel gebruiken als richtlijn voor beelden met een
beeldverhouding van 3:2.
Foto's
Films
Opnamen maken in RAW-indeling
] en kies [ ] in het
]
].
A2 (420 x 594 mm)
A3 (297 x 420 mm)
A4 (210 x 297 mm)
90 x 130 mm, 130 x 180 mm, briefkaartformaat
De camera kan beelden vastleggen in JPEG- en RAW-indeling.
Worden in de camera verwerkt voor optimale
beeldkwaliteit en gecomprimeerd om de
bestandsgrootte te verkleinen. Dit compressieproces
JPEG-
is echter onomkeerbaar en beelden kunnen
beelden
niet kunnen worden teruggebracht naar de
oorspronkelijke, onbewerkte staat. Beeldbewerking
kan ook een klein verlies aan beeldkwaliteit
veroorzaken.
RAW-beelden bestaan uit onbewerkte gegevens
die zijn opgenomen met vrijwel geen verlies aan
beeldkwaliteit door beeldverwerking van de camera.
De gegevens kunnen in deze indeling niet worden
bekeken via een computer of worden afgedrukt.
RAW-beelden
U dient de beelden eerst te verwerken op de camera
( = 132) of de software te gebruiken (Digital Photo
Professional, = 182) om beelden te converteren
naar JPEG- of TIFF-bestanden. Beelden kunnen
worden aangepast met een minimaal verlies aan
beeldkwaliteit.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
98