Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beeldstijlen Aanpassen - Canon PowerShot G7 X Mark II Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor PowerShot G7 X Mark II:
Inhoudsopgave

Advertenties

De kleuren worden automatisch aangepast
aan de opnameomstandigheden. Hierdoor
worden foto's van blauwe luchten, gebladerte
Auto
en kleuren van de ondergaande zon levendiger
bij scènes met natuur, buitenshuis of van
zonsondergangen.
Hierdoor worden foto's levendiger en scherper.
Standaard
Deze instelling kan doorgaans worden gebruikt
voor de meeste scènes.
Hierdoor worden foto's iets scherper, met
heldere huidtinten. Ideaal voor close-ups van
Portret
mensen. U kunt de huidtint aanpassen door
[Kleurtoon] te wijzigen ( = 85).
Hierdoor worden foto's veel scherper en lijken
Landschap
blauwe luchten en gebladerte veel levendiger.
Ideaal voor indrukwekkende landschapsfoto's.
Wordt gebruikt voor scherpere randen en fijne 
Gedetailleerd
texturen. Hierdoor worden foto's iets levendiger.
Wordt gebruikt voor beelden die op een
computer zullen worden verwerkt. Hierdoor
Neutraal
houden foto's natuurlijke kleuren met een
ingetogen uitstraling.
Wordt gebruikt voor beelden waarvan wordt
verondersteld dat ze op een computer zullen
worden verwerkt. Geeft de daadwerkelijke
kleuren van onderwerpen natuurgetrouw weer,
Natuurlijk
zoals deze worden gemeten onder daglicht met
een kleurtemperatuur van 5200 K. Hierdoor
krijgen foto's verzachte kleuren met een
ingetogen uitstraling.
Monochroom
Hiermee maakt u zwart-witfoto's.
U kunt basisstijlen registreren, zoals [Portret],
Gebruiker
[Landschap] of beeldstijlbestanden en deze
naar wens aanpassen ( = 84).
Totdat u een beeldstijl toevoegt, worden de standaardinstellingen
van [Auto] gebruikt voor [
U kunt deze instelling ook configureren via MENU ( = 30) ► 
tabblad [
6] ► [Beeldstijl].

Beeldstijlen aanpassen

U kunt de volgende instellingen aanpassen.
Wijzigt het versterkingsniveau van
de randen. Voor zachtere (wazigere)
Sterkte
beelden stelt u een lagere waarde in
en voor hardere (scherpere) beelden
stelt u een hogere waarde in.
Geeft aan hoe dun de randen zijn
waarvan de scherpte wordt versterkt.
Details
Stel een lagere waarde in voor fijnere 
Scherpte
details.
Geeft aan hoeveel verschil in
contrast er moet zijn tussen randen
en omliggende gebieden om randen
te versterken. Om randen met een
Drempel
kleiner contrastverschil te versterken,
stelt u een lagere waarde in. Houd er
rekening mee dat beeldruis kan worden
versterkt als u een lagere waarde instelt.
Wijzigt het contrast. Stel voor minder
contrast een lagere waarde in en
Contrast
stel voor meer contrast een hogere
waarde in.
Wijzigt de kleurverzadiging. Voor
minder intense kleuren stelt u een
Verzadiging*
1
lagere waarde in en voor intensere
kleuren stelt u een hogere waarde in.
Wijzig huidtinten. Voor rodere tinten
stelt u een lagere waarde in en voor
Kleurtoon*
1
gelere tinten stelt u een hogere
waarde in.
Vóór gebruik
], [
] en [
].
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Index
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
85

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave