●
Als de ISO-waarde is ingesteld op [AUTO], kunt u ook de
belichting vooraf aan de opname aanpassen door aan de
belichtingscompensatieknop te draaien.
●
Als de ISO-waarde is vastgesteld, wordt het belichtingsniveauteken,
gebaseerd op de door u opgegeven waarde, weergegeven op
de indicator van het belichtingsniveau ter vergelijking met het
standaard belichtingsniveau. Als het verschil ten opzichte van
het standaard belichtingsniveau groter is dan 3 stops, wordt het
belichtingsniveauteken als [ ] of [ ] weergegeven.
●
U kunt de ISO-waarde in de modus [AUTO] controleren door de
ontspanknopknop half in te drukken. Als met de door u ingestelde
sluitertijd en diafragmawaarde geen standaardbelichting kan
worden bereikt, wordt de ISO-waarde oranje weergegeven.
●
De scherpstelling kan tijdens de opname worden aangepast door
op [
] te tikken (om over te schakelen naar [
op de knoppen [
][
] te drukken.
Aanpassing voor opnamestijlen
Instellingen wijzigen met de ring
U kunt de functies van de ring als volgt opnieuw toewijzen. Met de ring kunt
u de camera net zo handig besturen als een volledig handmatige camera.
]) en vervolgens
1
Kies een functie om aan de ring [ ]
toe te wijzen.
Druk op de knop [
].
z
Kies een optie door op de knoppen [
z
of [ ][ ] te drukken, of door aan de
ring [ ] of aan de knop [ ] te draaien.
Druk op de knop [
] om de instelling te
z
voltooien.
2
Configureer de toegewezen functie.
Draai aan de ring [ ] of aan de knop [ ]
z
om de toegewezen functie in te stellen.
●
U kunt deze instelling ook configureren door op de knop [
drukken, op een optie te tikken om deze te kiezen en vervolgens
nogmaals hierop te tikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Foto's
Films
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
]
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
] te
Accessoires
Bijlage
Index
104