7
|
Installatie
7.8.4 Het watercircuit vullen
7.8.5 De tank voor warm tapwater vullen
7.8.6 De waterleidingen isoleren
7.9 De elektrische bedrading aansluiten
7.9.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur
94
OPMERKING
Wanneer een optionele tank voor warm tapwater geplaatst werd:
▪
Monteer een aftapgereedschap en een drukafvoerapparaat op de aansluiting van
de inlaat van koud water van de warm tapwatertank.
▪
Om te voorkomen dat er water zou terugstromen, is het raadzaam om conform
de geldende wetgeving een terugslagklep te monteren op de waterinlaat van de
warm tapwatertank.
▪
Er wordt best een drukregelaar geïnstalleerd op de koud-waterinlaat, conform de
geldende wetgeving.
▪
Op de koud-waterinlaat dient bovendien een expansievat conform de geldende
wetgeving te worden geïnstalleerd.
▪
Er wordt geadviseerd een overdrukveiligheidsklep te monteren op een plaats
hoger dan de bovenkant van de tank voor warm tapwater. Door de tank voor
warm tapwater te verwarmen, zet het water uit, waardoor de waterdruk in de
tank tot boven de maximumdruk van de tank kan stijgen indien geen
drukveiligheidsklep werd gemonteerd. De installatie ter plaatse (leidingen,
aftappunten, enz.) aangesloten op de tank zal deze hoge druk ook ondervinden.
Om dit te voorkomen moet een drukveiligheidsklep geplaatst worden. De
beveiliging tegen overdrukken hangt af van de juiste werking van de ter plaatse
gemonteerde drukveiligheidsklep. Indien deze NIET correct werkt, zal overdruk de
tank vervormen en waterlekkages veroorzaken. Om de goede werking ervan te
controleren is regelmatig onderhoud vereist.
Gebruik een ter plaatse te voorziene vulkit om het watercircuit te vullen.
Controleer of u voldoet aan de geldende wetgeving.
INFORMATIE
Zorg ervoor dat beide ontluchtingsventielen (één op het magnetische filter en één op
de back-upverwarming) open staan.
Zie de installatiehandleiding van de warmtapwatertank.
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden geïsoleerd om geen
condensatie te hebben tijdens het koelen en om ervoor te zorgen dat de
verwarmings- en koelcapaciteit niet vermindert.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan 80% bedraagt,
moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik zijn om condensatie aan de
oppervlakte van de isolatie te voorkomen.
Vooraleer de elektrische bedrading aan te sluiten
Let op de volgende punten:
▪
De koelmiddelleiding is aangesloten en gecontroleerd
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA*V7
Daikin Altherma 3 R W
4P618958-1 – 2020.03