5.2.1 Een enkele kamer
Vloerverwarming of radiatoren – Bedrade kamerthermostaat
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA*V7
Daikin Altherma 3 R W
4P618958-1 – 2020.03
5
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
INFORMATIE
Wanneer een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt en Vorstbescherming
kamer in alle omstandigheden gegarandeerd dient te zijn, dan moet u Noodbedrijf
[9.5] op Automatisch zetten.
OPMERKING
Er kan een overdrukomloopklep in het systeem worden geïntegreerd. Denk erom dat
deze klep mogelijk niet op de afbeeldingen wordt getoond.
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Gebruikersinterface die als kamerthermostaat gebruikt wordt
▪
De vloerverwarming of radiatoren zijn rechtstreeks op de binnenunit
aangesloten.
▪
De kamertemperatuur van de primaire kamer wordt geregeld door de
gebruikersinterface die wordt gebruikt als kamerthermostaat (optionele
apparatuur EKRUDAS).
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
Voordelen
▪
Grootste comfort en effectiviteit. De slimme kamerthermostaatfunctie kan de
gewenste aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van de
werkelijke kamertemperatuur (aanpassing). Dit resulteert in volgende zaken:
-
Een stabiele kamertemperatuur die aan de gewenste temperatuur voldoet
(groter comfort)
-
Minder AAN/UIT-cycli (stiller, groter comfort en grotere effectiviteit)
-
De laagst mogelijke aanvoerwatertemperatuur (grotere effectiviteit)
A
B
a
2 (Kamerthermostaat): De unit werkt
op basis van de omgevingstemperatuur
van de gebruikersinterface.
0 (1 zone): Primair
Waarde
Uitgebreide handleiding voor de installateur
25