8.5.5 Ruimteverwarming/-/koeling
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA*V7
Daikin Altherma 3 R W
4P618958-1 – 2020.03
#
Code
[3.9]
N.v.t.
Thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling.
Zie ook
"8.5.3 Primaire
zone" [
#
Code
[3.A]
[C‑06]
Aanvoerwatertemperatuur: Delta T
Voor meer informatie, zie
#
Code
[3.B.1]
[1-0C]
[3.B.2]
[1-0E]
Over de bedrijfsmodi
Uw unit kan een verwarmings- of een verwarmings-/koelmodel zijn:
▪
Als uw unit een verwarmingsmodel is, kan het een ruimte opwarmen.
▪
Als uw apparaat een verwarmings-/koelmodel is, kan het een ruimte zowel
opwarmen als afkoelen. U moet aan het systeem zeggen welke bedrijfsmodus
gebruikt moet worden.
Bepalen of een warmtepomp voor verwarming/koeling geplaatst werd
1 Ga naar [4]: Ruimteverwarming/-koeling.
Bediening:
▪
Vertrekwater als het regelingstype van de
primaire zone Vertrekwater is.
▪
Externe
regelingstype van de primaire zone een van de
volgende is:
-
Externe kamerthermostaat, of
-
Kamerthermostaat.
4
132].
Externe kamerthermostaattype voor de
secundaire zone:
▪
1: 1
contact. Aangesloten op slechts 1
digitale ingang (X2M/35a)
▪
2: 2
contacten. Aangesloten op 2 digitale
ingangen (X2M/34a en X2M/35a)
4
"8.5.3 Primaire
zone" [
Delta T verwarming: er moet een minimaal
temperatuurverschil zijn voor de goede werking
van de warmteafgevers in de verwarmingsmodus.
▪
Als [2-0D]=2, dan is die vastgesteld op 10°C
▪
Anders: 3°C~10°C
Delta T koeling: er moet een minimaal
temperatuurverschil zijn voor de goede werking
van de warmteafgevers in de koelmodus.
▪
3°C~10°C
8
Configuratie
|
Beschrijving
kamerthermostaat als het
Beschrijving
132].
Beschrijving
Uitgebreide handleiding voor de installateur
145