9
|
Inbedrijfstelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur
194
De functie voor het drogen van de dekvloer van de vloerverwarming kan
uitgevoerd worden zonder de buiteninstallatie eerst te moeten afwerken. In dat
geval zal de back-upverwarming de dekvloer drogen en aanvoerwater leveren
zonder dat de warmtepomp werkt.
Wanneer de buitenunit nog niet is geïnstalleerd, sluit de hoofdvoedingskabel dan
aan op de binnenunit via X2M/30 en X2M/31. Zie
4
aansluiten" [
99].
INFORMATIE
▪
Als Noodbedrijf op Handmatig ([9.5]=0) is ingesteld en de unit wordt
getriggerd om het noodbedrijf te starten, zal de gebruikersinterface eerst
hiervoor een bevestiging vragen vooraleer te starten. Zelfs wanneer de gebruiker
het noodbedrijf NIET bevestigt, blijft de functie Dekvloer drogen van de
vloerverwarming ingeschakeld.
▪
Tijdens het drogen van de dekvloer van de vloerverwarming is beperking [9‑0D]
van de pompsnelheid NIET van toepassing.
OPMERKING
De installateur is verantwoordelijk voor:
▪
het contact opnemen met de fabrikant van de dekvloer om de maximum
toegelaten watertemperatuur te bekomen om ervoor te zorgen dat deze niet zou
beginnen te barsten,
▪
het tijdschema voor het drogen van de dekvloer van de vloerverwarming
programmeren volgens de initiële verwarmingsinstructies van de fabrikant van de
dekvloer,
▪
het op regelmatige basis controleren van de correcte werking van de instelling,
▪
het uitvoeren van het juiste programma dat voldoet aan het type van gebruikte
dekvloer.
OPMERKING
Om de dekvloer van de vloerverwarming te drogen, moet Vorstbescherming kamer
worden uitgeschakeld ([2-06]=0). Standaard is deze ingeschakeld ([2‑06]=1). Wegens
de stand "installateur ter plaatse" (zie "Inbedrijfstelling"), wordt Vorstbescherming
kamer gedurende 36 uur na het voor de eerste maal onder spanning zetten,
automatisch uitgeschakeld.
Indien Dekvloer drogen nog steeds moet worden uitgevoerd na de eerste 36 uur
onder spanning, schakel Vorstbescherming kamer handmatig uit door instelling
[2-06] op "0" te zetten en LAAT deze uitgeschakeld tot wanneer Dekvloer drogen
voltooid is. Als u deze waarschuwing negeert, kan dat leiden tot het scheuren van de
dekvloer.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de volgende instellingen zoals hieronder zijn ingesteld om het
drogen van de dekvloer van de vloerverwarming te kunnen starten:
▪
[4‑00]=1
▪
[C‑02]=0
▪
[D‑01]=0
▪
[4‑08]=0
▪
[4‑01]≠1
De installateur kan tot 20 stappen programmeren. Voor elke stap moet hij de
volgende zaken invoeren:
1 de tijdsduur in uren, tot 72 uur,
"7.9.8 De hoofdvoeding
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA*V7
Daikin Altherma 3 R W
4P618958-1 – 2020.03