9.3 Checklist voor de inbedrijfstelling
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA*V7
Daikin Altherma 3 R W
4P618958-1 – 2020.03
Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde punten. Sluit de
unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit nadat u ze gesloten hebt.
U leest de volledige installatie-instructies, zoals beschreven in de uitgebreide handleiding
voor de installateur.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De volgende ter plaatse te voorziene bedradingen werden gelegd conform dit document
en de geldende wetgeving:
▪ Tussen het lokaal voedingsbord en de buitenunit
▪ Tussen de binnenunit en de buitenunit
▪ Tussen het ter plaatse te voorzien paneel en de binnenunit
▪ Tussen de binnenunit en de kranen en kleppen (indien van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de kamerthermostaat (indien van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de tank voor warm tapwater (indien van toepassing)
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de aardingsklemmen zijn goed
aangehaald.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn overeenkomstig dit document
geïnstalleerd en zijn NIET overbrugd.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op het identificatieplaatje van de
unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of beschadigde elektrische onderdelen in
de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die tegen de binnenkant van de binnen- of
buitenunit gedrukt worden.
Stroomonderbreker F1B van de back-upverwarming (ter plaatse te voorzien) is
INgeschakeld.
Alleen voor tanks met ingebouwde boosterverwarming:
Stroomonderbreker F2B van de boosterverwarming (ter plaatse te voorzien) is
INgeschakeld.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn thermisch geïsoleerd.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen zijn goed en op de juiste manier
geïsoleerd.
Er zijn GEEN waterlekkages in de binnenunit.
De afsluiters zijn op de juiste manier gemonteerd en staan volledig open.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan volledig open.
Het ontluchtingsventiel staat open (minstens 2 draaien).
De drukveiligheidsklep sproeit water als hij geopend wordt. Er moet schoon water eruit
komen.
Het minimum watervolume is gegarandeerd in alle omstandigheden. Zie "Het
watervolume en debiet controleren" in
(Indien van toepassing) De warmtapwatertank is volledig gevuld.
9
|
"6.4 De waterleidingen
voorbereiden" [
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Inbedrijfstelling
4
58].
189