5
. . Onderhoud
5.1
Het toestel reinigen
5.2
Periodiek onderhoud
nl
nl-24
U kunt het inwendige en het uitwendige van het toestel
reinigen met water en huishoudschoonmaakmiddelen. Gebruik
geen oplosmiddelen.
Ook de ventilatoren kunnen met water worden gereinigd.
Waarschuwing:
w
Op de ventilatoren en de aansluitdozen mag
geen water worden gesproeid onder hoge
druk.
5.2.1 Maandelijks onderhoud
Bij alle toestellen:
•
Controleer de ventilatoren op stof en andere vervuiling;
zonodig schoonmaken.
•
Controleer dat alle ventilatoren werken.
•
Controleer de uitblaassectie op verontreiniging en/of ver-
stopping; zonodig schoonmaken.
Zie ook:
5.1
"Het toestel reinigen", pagina 24