Waterleiding
Door de grote verscheidenheid aan methodes is het raadzaam om de aanbevelingen van de plaatselijke overheid
op te volgen. Zij kunnen de installateur informatie verschaffen over de juiste bouw- en veiligheidsvoorschriften
voor een veilige en correcte installatie.
Het komt er op neer dat de leidingen zo weinig mogelijk bochten en hoogteverschillen mogen bevatten om de
kosten voor het systeem te beperken en optimale prestaties te bereiken. De volgende elementen moeten worden
voorzien:
1.
Trillingsdempers om de overdracht van trillingen en geluid op het gebouw te beperken.
2.
Afsluiters om de unit bij servicewerkzaamheden af te sluiten van het leidingsysteem.
3.
Handbediende of automatische ontluchtingskleppen op de hoogste punten van het systeem. Aftapkranen op
de laagste punten van het systeem. De verdamper mag niet op het hoogste punt van het leidingsysteem
staan.
4.
Voorzieningen die de waterdruk in het systeem op peil houden (bijv. expansietank of regelkep).
5.
Indicatoren van de watertemperatuur en waterdruk op de unit voor hulp bij service.
6.
Een filter of voorzieningen om vreemde materialen te verwijderen uit het water voordat het in de pomp
stroomt. Het filter moet ver genoeg vóór de pomp staan om cavitatie aan de pompinlaat te voorkomen (vraag
de fabrikant van de pomp om aanbevelingen). Een filter zal de levensduur van de pomp verlengen en helpt de
prestaties van het systeem hoog te houden.
7.
Ook in de toevoerwaterlijn moet een filter worden geplaatst net vóór de verdamperinlaat. Dit helpt te
voorkomen dat vreemde materialen in het systeem terechtkomen en de prestaties van de verdamper negatief
beïnvloeden.
8.
De verdamper met pijpenbundel is uitgerust met een thermostaat en een elektrische verwarming om
bevriezing tot -28° C te voorkomen. Waterleidingen die worden aangesloten op de unit moeten ook worden
beschermd tegen bevriezing.
9.
Als de unit een andere koeler vervangt in een reeds bestaand leidingsysteem, moet het systeem vóór de
installatie van de unit grondig worden doorgespoeld. Analyseer het gekoeld water regelmatig en behandel het
onmiddelijk na het opstarten van de apparatuur met chemische producten.
10. Wanneer glycol aan het watersysteem is toegevoegd als vorstbeveiliging, moet u zich ervan bewust zijn dat
de aanzuigdruk van het koelmiddel lager zal zijn, de prestaties van de machine lager en de waterdrukvallen
groter. Stel de veiligheidsvoorzieningen van het systeem af (bijv. vorstbeveiliging en lagedrukbeveiliging).
Controleer het system op lekken voordat de leidingen worden geïsoleerd en het systeem wordt gevuld.
Thermostaat gekoeld water
De koelers zijn uitgerust met een controller voor de uitlaatwatertemperatuur. Wees voorzichtig met werkzaam-
heden rond de unit om schade aan aansluitdraden en sensordraden te voorkomen. Controleer de kabels alvorens
u de unit in gebruik neemt. Schuur niet met de kabels tegen het frame of andere componenten. Controleer of de
aansluitdraden goed vastgemaakt zijn. Als de sensor uit de huls is gehaald voor servicewerkzaamheden, mag u
de warmtegeleidende stof in de huls niet wegvegen.
Koelmiddel vullen
Alle units zijn ontworpen voor gebruik met R-134a en worden verscheept met een volledige bedrijfshoeveelheid
koelmiddel. De bedrijfshoeveelheid voor elke unit staat vermeld in de tabel met fysieke gegevens.