2 Componenten in het pc-werkstation installeren en vervangen
De hoofdventilator van het chassis vervangen
OPMERKING
De hoofdventilator van het chassis vervangen
De ventilator verwijderen
1
Schakel het beeldscherm en het pc-werkstation uit. Maak de netsnoeren
en eventuele netwerk- en modemkabels los.
2
Verwijder de afdekplaat van het pc-werkstation (zie pagina 25 voor
instructies).
3
Houd de ventilator met een hand vast, duw de borgklemmetjes
voorzichtig in de richting van de pijlen op het chassis en schuif de
ventilator naar boven uit het chassis.
4
Maak de ventilatorconnector los van de socket met de aanduiding
M M M M A A A A I I I I N N N N _ _ _ _ F F F F A A A A N N N N op de systeemkaart.
De achterste ventilator vervangen
1
Sluit de ventilatorconnector aan op de socket met de aanduiding
M M M M A A A A I I I I N N N N _ _ _ _ F F F F A A A A N N N N op de systeemkaart.
Zorg ervoor dat de kabels uit de buurt van de ventilator liggen en er ook
niet gemakkelijk mee in contact zullen komen tijdens normaal gebruik of
transport.
2
De ventilatoreenheid kan maar op één manier worden geïnstalleerd.
De afstand tussen de twee borgklemmen is aan de bovenkant kleiner dan
aan de onderkant. Breng de klemmetjes van de ventilator op één lijn met
de overeenkomstige openingen.
3
Duw de ventilator voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt.
4
Breng de afdekplaat van het pc-werkstation opnieuw aan (zie pagina 26).
Sluit de netsnoeren en netwerk- en modemkabels weer aan.
52