Programmering van een frequ...
4.
6-10 Klem 53 lage spanning. Stel de minimale
externe spanningsreferentie op klem 53 in op 0 V.
(Hiermee wordt het minimale ingangssignaal
ingesteld op 0 V.)
14.7%
Analog Reference
6-10 Terminal 53 Low
Voltage
0.00 V
Afbeelding 5.4 Analoge referentie 6-10 Klem 53 lage spanning
5.
6-11 Klem 53 hoge spanning. Stel de maximale
externe spanningsreferentie op klem 53 in op 10
V. (Hiermee wordt het maximale ingangssignaal
ingesteld op 10 V.)
14.7%
Analog Reference
6-11 Terminal 53 High
Voltage
10.00 V
Afbeelding 5.5 Analoge referentie 6-11 Klem 53 hoge spanning
6.
6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde. Stel de
minimale snelheidsreferentie op klem 53 in op 6
Hz. (Hierdoor weet de frequentieomvormer dat
de minimale spanning die op klem 53 wordt
ontvangen (0 V) overeenkomt met een uitgangs-
signaal van 6 Hz).
14.7 %
Analog Reference
6 - 14 Terminal 53 Low
Ref./Feedb. Value
000020.000
Afbeelding 5.6 Analoge referentie 6-14 Klem 53 lage ref./
terugkopp. waarde
7.
6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde. Stel de
maximale snelheidsreferentie op klem 53 in op 60
Hz. (Hierdoor weet de frequentieomvormer dat
de maximale spanning die op klem 53 wordt
ontvangen (10 V) overeenkomt met een uitgangs-
signaal van 60 Hz.)
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
0.00A
1(1)
Q3-21
0.00A
1(1)
Q3-21
0.00 A
1(1)
Q3-21
MG11AI10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
14.7 %
Analog Reference
6 - 15 Terminal 53 High
Ref./Feedb. Value
50.000
Afbeelding 5.7 Analoge referentie 6-15 Klem 53 hoge ref./
terugkopp. waarde
Met een extern apparaat dat klem 53 van de frequentie-
omvormer voorziet van een stuursignaal van 0-10 V is het
systeem nu bedrijfsklaar. U kunt zien dat de schuifbalk
rechts op de laatste afbeelding van het display nu
onderaan staat, wat aangeeft dat de procedure is voltooid.
Afbeelding 5.8 toont de kabelaansluitingen die zijn gebruikt
om deze setup te realiseren.
53
6-1*
U - I
A53
55
Afbeelding 5.8 Bedradingsvoorbeeld voor extern apparaat dat
een stuursignaal van 0-10 V levert (frequentieomvormer links,
extern apparaat rechts)
5.3 Voorbeelden van het programmeren
van stuurklemmen
Stuurklemmen kunnen worden geprogrammeerd.
•
Voor elke klem zijn specifieke functies
beschikbaar die door de klem kunnen worden
uitgevoerd.
•
Functies worden ingeschakeld via de parameters
die bij de klem horen.
Zie Tabel 2.4 voor het parameternummer voor de
stuurklem en de standaardinstelling. (De standaardin-
stelling kan wijzigen op basis van de gemaakte instelling
in 0-03 Regionale instellingen.)
0.00 A
1(1)
Q3-21
5
+
0-10V
39
5