3.4.8 Collectortemperatuursensor installeren
1. De sensordop verwijderen.
2. De collectortemperatuursensor tot
aan de aanslag in de
vlakplaatcollector schuiven.
Daarbij moet de sensor op de
absorberplaat worden vastgeklemd.
EKSV21P/EKSV26P/EKSH26P
Dakmontage van zonnecollectoren
008.1618432_00 – 12/2012
LET OP!
Door onweer geïnduceerde spanningen worden niet langs de kunststofverbindingsbuizen afgevoerd. Deze
spanningen kunnen onder bepaalde omstandigheden zich via de collectorsensor tot aan de regelaar uitbreiden
en daarmee beide beschadigen.
• Potentiaalcompensatie ("aarding") tussen fundament en collectorveld realiseren.
Dit mag uitsluitend door een geautoriseerde vakman (elektricien) en overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften worden uitgevoerd.
De montageopeningen voor de collectortemperatuursensor bevinden zich aan de linker- en rechterkant van het
collectorframe en zijn bij levering dichtgemaakt met stoppen.
In het Drain-Back-systeem worden, in tegenstelling tot het druksysteem, de vlakplaatcollectoren 180° gedraaid
gemonteerd.
Daardoor wordt de collectortemperatuursensor op de volgende positie ingebouwd:
–
Montageopening aan de onderste rand van de collector
–
Montageopening aan de bovenste rand van de collector
De verschillende inbouwpositie van de collectortemperatuursensor wordt pas vanaf versie 4.2 voor de
R3-regeling ondersteund.
• De collectortemperatuursensor aan die kant van de collector monteren, waarop de aanvoerbuis wordt
aangesloten.
Afb. 3-52 Stap 1 -
Afb. 3-54 Stap 1 -
3
x
Montage
Afb. 3-53 Stap 2 -
Afb. 3-55 Stap 2 -
Installatiehandleiding
33