3
x
Montage
3.4
Vlakplaatcollectoren monteren
Indien verder niets afwijkend is beschreven, zijn de voor pannendaken beschreven montagestappen gelijk bij andere dakbedek-
kingen.
Tips voor een veilig en storingsvrij gebruik
• Plaats het collectorveld zo dat het afhelt naar de onderste collectoraansluiting (retour).
• Leg de verbindingsleiding tussen de vlakplaatcollectoren en de boiler altijd met een constant verval om een sifoneffect
(omgekeerd verval) op de volledige verbindingssectie te voorkomen.
• De bovenkant van de collectoren mag niet meer dan 12 m boven de installatiehoogte van de boiler liggen.
Installatiehandleiding
18
GEVAAR!
Bij werken op het dak bestaat een verhoogd gevaar voor ongevallen. Bij werken op het dak moeten ter
voorkoming van ongevallen de voorschriften ter voorkoming van ongevallen worden in acht genomen. Monta-
gewerkzaamheden op het dak mogen uitsluitend door daarvoor bevoegde en opgeleide vaklui worden uitge-
voerd.
• Vóór het begin van de montagewerkzaamheden de dakconstructie op voldoende draagvermogen en op
beschadiging (bijv. op defecte latten of ondichte plaatsen) controleren.
• Gebruik van werktuigen enz. uitsluitend conform de geldende voorschriften inzake ongevallenpreventie.
• Kenmerken van de werkplaats (gevaar voor afvallende onderdelen).
WAARSCHUWING!
Na het verwijderen van de verpakking worden de platte collectoren snel erg warm wanneer de zon erop schijnt.
• Draag veiligheidshandschoenen.
• De beschermkappen (niet bestand tegen hitte) na het positioneren van de platte collector verwijderen.
LET OP!
Beschadiging van het systeem door vorst of oververhitting.
• Zorg ervoor dat het systeem kan leeglopen.
• Opletten dat bij de montage de onderkanten van de gemonteerde vlakplaatcollectoren boven de Zonne-
energie-installatie-aanvoeraansluiting op de boiler bevinden.
EKSV21P/EKSV26P/EKSH26P
Dakmontage van zonnecollectoren
008.1618432_00 – 12/2012