3
x
Montage
3.4.4 De andere platte collectoren monteren
1. Het dubbele schaarblokje in de bovenste en onderste montagerail plaatsen, m.b.v. de op de bout geplaatste inbussleutel naar
onderen drukken en deze ca. 45° in richting van de wijzers van de klok verdraaien (zodat het onderste klemprofiel in de
klempositie terecht komt) (afb. 3-23).
2. Positie van het onderste klemprofiel controleren (afb. 3-24).
3. Het dubbele schaarblokje op de laatst gemonteerde platte collector schuiven, tot het klemprofiel in het collectorprofielframe
vastklikt (afb. 3-25).
Afb. 3-23 Dubbele schaarblokje plaatsen
Installatiehandleiding
26
LET OP!
Als de houderklemmen niet hoorbaar inklikken, kan het Daikin Zonne-energie-installatie-systeem ondicht wor-
den en is de operationele zekerheid beperkt.
Oorzaken voor niet vastgeklikte bevestigingsklemmen:
– niet volledig in elkaar geschoven platte collectoren.
– de absorber is verschoven (de absorber tegen de tegenover liggende aansluitingen in de juiste positie druk-
ken, daarbij moeten beschermende handschoenen worden gedragen.
LET OP!
Wanneer de verbindingen op de platte collector (FIX-VBP) niet met uiterste voorzichtigheid gemonteerd wor-
den, kan de afdichtingsring beschadigd raken. Daardoor zal het systeem gaan lekken.
• De compensatoren op de platte collector altijd uiterst voorzichtig monteren.
• De volgende platte collector tijdens het in elkaar schuiven in lijn brengen met de aansluitbuizen van de
voorgaande platte collector.
LET OP!
In het Drain-Back-systeem moeten, in tegenstelling tot het druksysteem, de vlakplaatcollectoren 180°
gedraaid worden ingebouwd, omdat anders, bij gedeeltelijke bedekking door sneeuw en vriesgevaar, de zonne-
installatie niet efficiënt kan werken en er zich eventueel schade zal voordoen.
• Vlakplaatcollectoren in het Drain-Back-systeem, zoals afgebeeld op de afdekfolie, 180° gedraaid
monteren.
• Collectortemperatuursensoren in het Drain-Back-systeem, uitsluitend in een van beide zijdelingse monta-
geopeningen monteren.
• De verschillende inbouwpositie van de collectortemperatuursensor wordt pas vanaf versie 4.2 voor de R3-
regeling ondersteund.
Afb. 3-24 Positie van het onderste klempro-
LET OP!
Wanneer u ondeskundig te werk gaat, kunt u de onderdelen beschadigen, wat de montage kan bemoeilijken.
• De compensatoren van de collectorverbinding nooit inklemmen of stuiken.
• De aansluitbuizen van de platte collectoren op bramen controleren, eventueel de bramen verwijderen.
Afb. 3-25 Het dubbele schaarblokje positio-
fiel controleren
neren
EKSV21P/EKSV26P/EKSH26P
Dakmontage van zonnecollectoren
008.1618432_00 – 12/2012