3
x
Montage
16. De bovenste montagerails op de afstand van maat Y
dezelfde volgorde als bij de onderste montagerail). Er op letten dat de bovenste montagerail een vlakparallel vlak met het
contactpunt van de platte collectoren in combinatie met de onderste montagerail en de hoogteverstelling vormt.
3.4.3 1. Vlakplaatcollector monteren
1. De collectorbeveiligingshaak
loodrecht t.o.v. het
collectorcontactpunt, met de voor
elk collectortype aangegeven
afstand, in de geleidingsgroef van
het onderste montageprofiel hangen
en naar onderen kantelen. Nadat u
de borghaken heeft ingehaakt, kunt
u ze zijwaarts verschuiven (zie
afb. 3-16 en afb. 3-17).
2. De platte collector met behulp van een kraan op het dak tillen. Als u geen kraan ter beschikking heeft, moet u de platte
collector met een touw, dat over een ladder loopt die tegen de dakrand is geplaatst, op het dak trekken. Afhankelijk van de
montage-omstandigheden de platte collector voor of na het transport op het dak uitpakken en de verzamelbuisstoppen
verwijderen.
3. Vlakplaatcollector aan de hand van
het geplande installatiesysteem,
zoals op de afdekfolie afgebeeld,
naar de betreffende inbouwpositie
draaien (afb. 3-18).
4. Til de platte collector
overeenkomstig afb. 3-19 over de
montagerails, laat hem zakken en
haak hem voorzichtig in de
borghaken.
Installatiehandleiding
24
LET OP!
Op de hele verbindingssectie tussen boiler en vlakplaatcollector mag zich nergens een sifoneffect voordoen.
Dit kan immers leiden tot slechte werking en beschadiging van het materiaal.
• Bij afwisselende collectoraansluiting moeten alle montageprofielrails met ten minste 0,5 % niveauver-
schil tot de onderste collectoraansluiting (retour) worden uitgelijnd, om een sifoneffect te vermijden.
• Beide montagerails perfect horizontaal en parallel ten opzichte van elkaar plaatsen. Indien nodig de monta-
geprofielrails op passende wijze versterken.
Afb. 3-16 Collectorborghaken monteren
Afb. 3-18 Vlakplaatcollector draaien (al
LET OP!
In het Drain-Back-systeem moeten, in tegenstelling tot het druksysteem, de vlakplaatcollectoren 180°
gedraaid worden ingebouwd, omdat anders, bij gedeeltelijke bedekking door sneeuw en vriesgevaar, de zonne-
installatie niet efficiënt kan werken en er zich eventueel schade zal voordoen.
• Vlakplaatcollectoren in het Drain-Back-systeem, zoals afgebeeld op de afdekfolie, 180° gedraaid
monteren.
• Collectortemperatuursensoren in het Drain-Back-systeem, uitsluitend in een van beide zijdelingse monta-
geopeningen monteren.
• De verschillende inbouwpositie van de collectortemperatuursensor wordt pas vanaf versie 4.2 voor de R3-
regeling ondersteund.
van de onderste montagerail (afb. 3-15) monteren (montage gebeurt in
1
Afb. 3-17 Collectorborghaken positioneren
Afb. 3-19 De platte collector plaatsen en in
naargelang het systeem)
de juiste stand brengen
EKSV21P/EKSV26P/EKSH26P
Dakmontage van zonnecollectoren
008.1618432_00 – 12/2012