De installatie heeft een mengklep, verwarmer, koeler en een
vernevelingsbevochtiger of een luchtwasser met regelbare bypass:
Sluit temperatuur- en relatieve vochtopnemers van de aanvoer- en de retourlucht
aan.
Zet het regelblok op "Strategie" (invoer: "3").
Luchtklep voorkeur op basis van temperatuur (alleen in stand "Eenvoudig"):
•
Maak de instelling "LK Temp/Enth.(Eenv.) - P-band" groter dan "0" (bijv. 2 ºC ). De
schakeling zal over de ingestelde P-band omschakelen van LK-min. naar LK-max.,
afhankelijk van de gemeten temperaturen "LK aanvoerlucht" en "LK
retourluchttemperatuur".
Als bij die twee functies opnemers beschikbaar zijn, worden de waarden van die
opnemers genomen. Als er geen opnemers zijn geprogrammeerd wordt i.p.v.
aanvoerlucht de buitentemperatuur genomen (en weergegeven) en i.p.v. retourlucht
de ruimtetemperatuur of ruimtewenstemperatuur.
De schakeling kiest voor de hoogste temperatuur tijdens verwarmen en voor de
laagste temperatuur tijdens koelen.
•
Luchtklep voorkeur op basis van enthalpie (alleen in stand "Eenvoudig"):
Sluit aanvoer- en retourlucht enthalpie opnemers aan in de functies "LK
aanvoerlucht" en "LK retourlucht- temperatuur".
Maak de instelling "LK Temp/Enth.(Eenv.) - P-band" groter dan "0" (bijv. 2 ºC ).
De schakeling zal over de ingestelde P-band omschakelen van LK-min naar LK-
max., afhankelijk van de gemeten enthalpie, weergegeven bij "LK aanvoerlucht" en
"LK retourluchttemperatuur".
De schakeling kiest voor de hoogste enthalpie tijdens verwarmen en voor de laagste
enthalpie tijdens koelen.
Geen luchtklep voorkeur gewenst (alleen in stand "Eenvoudig"):
•
Zet de instelling "LK Temp/Enth.(Eenv.) - P-band" op "0". De voorkeurschakeling is
daarmee uitgeschakeld.
Geen ventilatietraject gewenst:
•
Indien geen ventilatietraject (het traject waarbij de inblaastemperatuur wordt
geregeld d.m.v. de luchtklepstand) is gewenst, maak dan de ventilatiedrempel gelijk
aan de koeldrempel. In dat geval wordt direct van verwarmen overgegaan op
koelen, en omgekeerd.
De min. luchtklepstand moet gemanipuleerd worden:
•
Maak in de CoDeSys-programmering de gewenste min. luchtklepstand en voer het
signaal via de ingangsfunctie naar "LK Standbegrenzing, Minimum".N.B.: de minim.
begrenzing is hierdoor verdwenen, deze moet worden overgenomen uit de
CoDeSys-programmering.
•
De absolute luchtklepstand moet gemanipuleerd worden:
Maak in de CoDeSys-programmering de gewenste luchtklepstand en voer het
signaal via de ingangsfuncties naar "LK Standbegrenzing, Minimum en Maximum".
N.B.: de minimumbegrenzing is hierdoor verdwenen, deze moet worden
overgenomen in de CoDeSys-programmering.
Schakel de voorkeurschakeling en het ventilatietraject uit.
Relatieve vochtigheidsregelaar
Dit blok regelt de RV van de inblaaslucht door middel van een bevochtiger en de
75 / 199
Bestandsversie 3
Software Handleiding HCS6000
Copyright © HCS Building Automation
Software-versie 1.04.34
Moordrecht