6.6.9
Ketel(transport)pomp
De functies Pomp naloop gewenst en stand bevat de nalooptimer voor de ketelcircuitpomp.
De ketelcircuitpomp wordt aangestuurd zolang er warmtevraag van de zones is.
De ketels worden dan op minimumtemperatuur bewaakt.
Zodra de warmtevraag verdwijnt, gaat de gewenste ketel aanvoertemperatuur naar 3.0ºC,
er wordt dan alleen nog op vorstgevaar bewaakt.
De pomp nalooptimer houdt nu gedurende de ingestelde tijd de ketelcircuitpomp aan.
6.6.10
Retourbewaking
De ketelretourbewaking is een thermostaat functie die bij onderschrijding van het ingestelde
minimum een signaal afgeeft naar de zones, die hierdoor hun mengkleppen sluiten.
Deze situatie blijft bestaan zolang de minimum retour temperatuur wordt onderschreden.
Nadat de retourtemperatuur weer boven zijn minimumgrens is gekomen gaat de 'Retour
vrijgave'-timer lopen.
Zolang deze timer loopt worden de kleppen beurtelings de lengte van de 'Retour vrijgave
puls'-timer vrijgegeven om open te lopen en 1 minuut geblokkeerd, d.w.z. ze blijven staan in
de stand die ze hebben.
Op deze wijze heeft het ketelcircuit de kans om de zones geleidelijk op temperatuur te
brengen. Wordt tijdens dit proces de minimumgrens weer onderschreden dan begint de
procedure weer opnieuw.
Bij 'Zone blokkering status' wordt de stand weergegeven van het waterklep
forceringssignaal dat naar de klepregelaars van de zones wordt gestuurd.
Het signaal kan de volgende waarden hebben:
Vrij (0)
•
De zoneklepregelaars zijn vrij om de kleppen open of dicht te sturen.
138 / 199
Bestandsversie 3
Software Handleiding HCS6000
Copyright © HCS Building Automation
Software-versie 1.04.34
Moordrecht