Deze opstartvertraging geldt voor alle ketels in een cascade met uitzondering van de eerste
(leidende) ketel.
Bij de eerste ketel of bij alarmovername wordt de opstartvertraging overgeslagen en direct
met de SP voorloop begonnen.
Tijdens het lopen van de timer is de ketelstatus "Opst.vrtr.". Als in deze fase de ketelvraag
wegvalt, wordt de status weer "Uit" en de opstarttimer weer op zijn beginwaarde gezet.
6.7.6
Smoorklep en/of pomp
Voorlooptimer
Deze timer bepaalt de tijd bij het aanzetten van de ketel dat de ketelpomp loopt voordat de
ketel wordt ingeschakeld.
Tijdens het lopen van de voorlooptimer is de ketelstatus "SP voorlp". Als in deze fase de
ketelvraag wegvalt, wordt de ketelpomp uitgeschakeld en de voorlooptimer weer op zijn
beginwaarde gezet.
Nalooptimer
Deze timer bepaalt de tijd na het uitschakelen van de ketel dat de ketelpomp blijft
nadraaien.
Tijdens het lopen van de nalooptimer is de ketelstatus "SP naloop".
Als in deze fase de ketelvraag opnieuw opkomt, wordt de nalooptijd niet afgemaakt, maar
begint de regelaar direct weer met SP voorloop.
6.7.7
Ketelcascade
Hier wordt de positie van deze ketel in de cascade aangeveven.
Hierbij kan het ketelnummer van deze ketel, maar ook de nummers van de vorige en
145 / 199
Bestandsversie 3
Software Handleiding HCS6000
Copyright © HCS Building Automation
Software-versie 1.04.34
Moordrecht