meer kan zijn dan het ingestelde maximale vermogen (een 'harde' begrenzing).
Hierbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat aan/uit en tweetraps ketels in
stappen inschakelen en hun vermogen dus niet precies af kunnen stemmen op het
gestelde maximum. Er kunnen daardoor (kleine) overschrijdingen voorkomen.
De werking van de standaard (zone- en boiler-) vermogens begrenzer is onveranderd. Als
deze aan staat, wordt het PID vermogen dus tweemaal begrensd.
6.6.6
Temperaturen
Temperatuurvraag totaal, Minimum en maximum temperatuur
In dit tabblad worden de grenzen voor de gewenste ketelaanvoertemperatuur
weergegeven.
De minimumgrens zorgt ervoor dat zolang de ketels gestookt worden (er is warmtevraag),
een minimum keteltemperatuur wordt gehandhaafd.
Dit kan van belang zijn i.v.m. condensvorming.
Als er geen warmtevraag van de groepen meer is, schakelt de ketelgroep regelaar zichzelf
uit, in dat geval wordt ook geen minimum gehandhaafd.
Gewenste en gemeten temperatuur
Bij 'Aanvoer berekend' staat de gewenste ketel aanvoer temperatuur. Dit is de hoogste
waarde van:
De door de zones gewenste aanvoertemperaturen.
•
•
De door de boilers gewenste aanvoertemperaturen.
De op deze wijze gevonden temperatuur wordt begrensd door de minimum en maximum
aanvoertemperaruur.
De gemeten ketelaanvoer temperatuur wordt weergegeven bij 'Aanvoer gemeten'.
Deze temperatuur is afkomstig van de ingevoerde ingangsfunctie.
Maximaalthermostaat
Dit is een thermostaatfunctie die onafhankelijk van de ketelregelaar de ketelaanvoer op
maximum bewaakt.
134 / 199
Bestandsversie 3
Software Handleiding HCS6000
Copyright © HCS Building Automation
Software-versie 1.04.34
Moordrecht