Deze waarde wordt op twee manieren door de regelaar gebruikt:
De regelaar houdt de minimum stand van de ketel aan als ondergrens, tot waar de
•
ketel kan worden geregeld.
Als er een brander ready ingang aanwezig is, en het signaal is "Actief", dan is de
•
gasklepstand tenminste het minimum in de rechter functie.
De functie "Gasklepstand gemeten" wordt met het minimum begrensd.
Brander maximaal
Is dit signaal "Niet actief", dan is de ketel uit (-gegaan) en wordt zonodig de ketelregelaar
ook op "Uit" gezet, zodat deze gelijk loopt met de ketel.
De regelaar zal dan, indien nodig, de ketel opnieuw starten.
In de functie 'Gasklepstand maximum' wordt de gasklepstand ingevoerd waarbij het contact
wordt gemaakt.
Als tijdens het regelen het GK eindcontact op "Niet actief" staat, dan staat de gasklep ten
hoogste op de bijbehorende stand en wordt het "Gasklepstand gemeten" signaal op die
waarde aan de bovenkant begrensd. Staat het contact op "Actief", dan staat de gasklep
tenminste op de bijbehorende stand en wordt het "Gasklepstand gemeten" signaal op die
waarde aan de onderkant begrensd.
Gasklep potentiometer
In deze functie wordt met een ingangsfunctie de gaskleppotentiometer of het 0-10V signaal
van de ketel ingevoerd.
Dit signaal geeft de gasklepstand terugmelding aan de regelaar.
Als dit signaal beschikbaar is, dan wordt het na inschaling en eventuele begrenzing door
"Brander ready" en/of "GK eindcontact" weergegeven als "Gasklepstand gemeten".
Als het signaal niet beschikbaar is, wordt door de regelaar een schatting gemaakt van de
gasklepstand aan de hand van het totaal van de gegeven gaskleppulsen.
Omdat het terugmeldsignaal van een gaskleppotentiometer een verschillend bereik kan
hebben, moet het eerst worden ingeschaald tussen 0% en 100%.
Dit gebeurt met deze twee functies: De uitlezing waarbij de stand van de gasklep 0% is en
de waarde waarbij de stand 100% is.
De afregelprocedure is als volgt:
1.
Zet de gasklep helemaal dicht, of laat hem dicht lopen m.b.v. het DO contact.
2.
Lees de waarde van de gaskleppotentiometer af in de functie "GASKLEP
POTMETER Ingang".
3.
Vul deze waarde plus een klein deel in bij de functie "Minimum".
4.
Zet de gasklep helemaal open, of laat de ketel maximaal stoken.
5.
Lees de waarde van de gaskleppotentiometer af in de functie "Gasklep potmeter
gemeten".
6.
Vul deze waarde min een klein deel in bij de functie "Maximum".
Door de waardes een klein stukje "af te ronden", wordt gezorgd dat de stand echt tot 0% en
tot 100% kan lopen, anders werkt de cascade niet goed.
171 / 199
Bestandsversie 3
Software Handleiding HCS6000
Copyright © HCS Building Automation
Software-versie 1.04.34
Moordrecht