6.3 Onjuiste ECG-meetmethodes
Voer de ECG-meting NOOIT zo uit:
De rechter wijsvinger raakt
de bovenste elektrode niet
voldoende.
De ECG-stick wordt ver-
keerd om vastgehouden.
6.4 ECG-meetwaarden beoordelen
Na de meting kunnen op het LCD-scherm de volgende resultaten worden weergegeven.
Resultaat van een onopvallen-
de ECG-registratie.
Aanwijzingen voor een verlaag-
de hartfrequentie (bradycardie),
die kleiner is dan 55 [bpm].
Aanwijzingen voor een ver-
hoogde
(tachycardie), die groter is dan
100 [bpm].
Als de weergegeven hartslagfrequentie knippert, dan betekent dat dat de ECG-signalen in-
stabiel of zwak zijn. Voer de meting in dit geval opnieuw uit.
hartfrequentie
De meting wordt door de kle-
ding heen uitgevoerd.
De ECG-stick wordt in de lin-
kerhand vastgehouden.
Aanwijzingen voor een of meer pauzes van
de hartcyclus, die elk langer dan 2 secon-
den duren.
Aanwijzingen voor een ritmestoornis tij-
dens de ECG-registratie.
Veranderde golfvorm
21