Bereik van de bloeddruk-
waarden
Niveau 3: sterke hypertonie
Niveau 2: gemiddelde hypertonie 160 – 179
Niveau 1: lichte hypertonie
Hoog normaal
Normaal
Optimaal
Bron: WHO, 1999 (World Health Organization)
5.5 Bloeddrukmeetwaarden opvragen
Het apparaat beschikt over twee gebruikersgeheugens. In elk gebruikersgeheugen kunnen maximaal
60 meetwaarden worden opgeslagen. Zodra alle geheugenplaatsen van een gebruikersgeheugen be-
zet zijn, worden de oudste meetwaarden overschreven door de nieuwste.
U kunt de opgeslagen meetwaarden op elk moment op het apparaat opvragen. Ga daarvoor als
volgt te werk:
1. Druk als het apparaat uitgeschakeld is op de geheugentoets M. De
laatst opgeslagen meetwaarde van het geselecteerde gebruikersge-
heugen wordt nu weergegeven.
Om de meetwaarden van het tweede gebruikersgeheugen op
te vragen, houdt u de geheugentoets M vijf seconden ingedrukt.
2. Druk op de geheugentoets M om tussen de afzonderlijke meetwaar-
den te navigeren.
Systo-
Diasto-
lisch
lisch (in
(in mmHg)
mmHg)
≥180
≥110
100 – 109
140 – 159
90 – 99
130 – 139
85 – 89
120 – 129
80 – 84
<120
<80
16
Maatregel
Raadpleeg een arts
Raadpleeg een arts
Regelmatige controle door een arts
Regelmatige controle door een arts
Zelfcontrole
Zelfcontrole
M