Algemeen overzicht
van de machine
3
2
1
6
1. Maaidek
2. Rem
3. Brandstoftank
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
(Figuur 6) voordat u de motor start en de machine
gebruikt.
4
G016076
Figuur 5
4. Bedieningsorganen
5. Handgreep
6. Zwenkwiel
5
1. Gashendel
2. Toerenhendel
3. Contactschakelaar
4. Choke
5. Vergrendelde
neutraalstand
Gashendel
De gashendel heeft twee standen: Snel en Langzaam.
Dodemanshendels
Als u de dodemanshendels tegen de handgrepen knijpt,
registreert het systeem dat de bestuurder zich op de
bestuurderspositie bevindt. Als u de dodemanshendels
loslaat, registreert het systeem dat de bestuurder de
bestuurderspositie heeft verlaten en stopt het systeem de
motor als de toerenhendel zich niet in de neutraalstand
bevindt of als de aftakasknop is ingeschakeld.
Aftakasknop
De aftakasknop wordt gebruikt om de aandrijfriem
in en uit te schakelen waarmee de maaimessen
worden aangedreven als de dodemanshendels tegen de
handgrepen worden gedrukt. Trek de knop omhoog om
de messen in te schakelen en druk de knop omlaag om
de messen uit te schakelen.
11
Figuur 6
6. Dodemanshendels
7. Handgreep
8. Rijhendel
9. Aftakasknop
10. Brandstofafsluitklep
G016079