2
Ga naar www.garminconnect.com.
3
Maak een workout en sla deze op.
4
Selecteer Verzend naar toestel en volg de instructies op het
scherm.
5
Koppel het toestel los.
Een workout beginnen
1
Selecteer Training > Workouts.
2
Selecteer een workout.
3
Selecteer Rijden.
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende
stappen van de workout, het doel (indien ingesteld) en de
huidige workoutgegevens weer. U hoort een geluidssignaal
wanneer u op het punt staat een stap in de workout te voltooien.
Er wordt een bericht weergegeven waarin de tijd of afstand tot
de nieuwe stap wordt afgeteld.
Een workout stoppen
• U kunt op elk moment
beëindigen en te beginnen met de volgende stap.
• U kunt op elk gewenst moment
stoppen.
• U kunt op elk moment vanaf de bovenkant van het scherm
naar beneden vegen om de pagina met connecties te
selecteren, en Druk om te stoppen >
workout te beëindigen.
Een workout bewerken
1
Selecteer Training > Workouts.
2
Selecteer een workout.
3
Selecteer
.
4
Selecteer een stap en selecteer Bewerk stap.
5
Wijzig de kenmerken van de stap en selecteer
6
Selecteer
om de workout op te slaan.
Een workout verwijderen
1
Selecteer Training > Workouts.
2
Selecteer een workout.
3
Selecteer
>
>
.
De trainingsagenda
De trainingsagenda op uw toestel is een uitbreiding van de
trainingsagenda of het trainingsschema dat u hebt ingesteld in
Garmin Connect. Nadat u workouts hebt toegevoegd aan de
Garmin Connect agenda kunt u ze naar uw toestel verzenden.
Alle geplande workouts die naar het toestel worden verzonden,
worden in de trainingsagenda op datum weergegeven. Als u een
dag selecteert in de trainingsagenda, kunt u de workout
weergeven of uitvoeren. De geplande workout blijft aanwezig op
uw toestel, ongeacht of u deze voltooit of overslaat. Als u
geplande workouts verzendt vanaf Garmin Connect, wordt de
bestaande trainingsagenda overschreven.
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken
Voordat u een trainingsplan kunt downloaden van Garmin
Connect, moet u beschikken over een Garmin Connect account
(Garmin Connect, pagina
16).
U kunt in Garmin Connect zoeken naar een trainingsplan,
workouts en koersen plannen, en plannen downloaden naar uw
toestel.
1
Verbind het toestel met uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect.com.
3
Selecteer en plan een trainingsplan.
4
Bekijk het trainingsplan in uw agenda.
5
Selecteer
en volg de instructies op het scherm.
Training
selecteren om een workoutstap te
selecteren om de timer te
selecteren om de
.
Intervalworkouts
U kunt intervalworkouts maken op basis van afstand of tijd. Het
toestel slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u een
nieuwe intervalworkout maakt. U kunt een interval met een open
einde gebruiken wanneer u een bekende afstand aflegt. Als u
selecteert, neemt het toestel een interval op en last daarna
een rustinterval in.
Een intervalworkout maken
1
Selecteer Training > Intervallen > Wijzig > Intervallen >
Type.
2
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
TIP: U kunt een interval met een open einde maken door het
type in te stellen op Open.
3
Voer indien nodig een afstands- of tijdsinterval voor de
workout in en selecteer
4
Selecteer Rust.
5
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
6
Voer indien nodig een waarde in voor de afstand of tijd van
het rustinterval en selecteer
7
Selecteer een of meer opties:
• Selecteer Herhaal om het aantal herhalingen in te stellen.
• Selecteer Warm-up > Aan om een warming-up met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
• Selecteer Cooldown > Aan om een coolingdown met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
Een intervalworkout starten
1
Selecteer Training > Intervallen > Start workout.
2
Selecteer
om de timer te starten.
3
Als uw intervalworkout een warming-up heeft, selecteert u
om aan het eerste interval te beginnen.
4
Volg de instructies op het scherm.
Wanneer u alle intervallen hebt voltooid, verschijnt er een
bericht.
Indoortrainingen
Het toestel bevat een indooractiviteitenprofiel als GPS is
uitgeschakeld. U kunt GPS uitschakelen bij indoortrainingen of
om batterijvermogen te sparen.
OPMERKING: Wijzigingen in de GPS-instelling worden
opgeslagen in het activiteitenprofiel.
1
Selecteer
> Instellingen > Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer GPS-modus > Uit.
Als GPS is uitgeschakeld, zijn er geen snelheids- en
afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een optionele
sensor beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt.
Uw ANT+ indoortrainer koppelen
1
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de ANT+
indoortrainer.
2
Selecteer Training > Indoortrainer > Koppel ANT+ trainer.
3
Selecteer de indoortrainer om deze met uw toestel te
koppelen.
4
Selecteer Voeg toe.
Zodra de indoortrainer met uw toestel is gekoppeld, wordt de
indoortrainer weergegeven als aangesloten sensor. U kunt
uw gegevensvelden aanpassen om sensorgegevens weer te
geven.
Een ANT+ indoortrainer gebruiken
Voordat u een compatibele ANT+ indoortrainer kunt gebruiken,
moet u uw fiets op de trainer installeren en deze koppelen met
uw toestel
(Uw ANT+ indoortrainer koppelen, pagina
.
.
5).
5