TIP
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
7
Elektrische aansluiting
22
AANWIJZING!
Schakel het apparaat via de stuuringang in en uit!
Schakel het apparaat niet via het net uit, omdat na inschakeling van de netspanning gedurende max. 10 se-
conden een storingsmelding wordt gegenereerd! Daarna is de elektronica van de EC-ventilator bedrijfsklaar
en is een betrouwbare statusmelding mogelijk. Wordt geen storing gedetecteerd, dan wordt het relais na de
initialisatietijd aangetrokken. De ventilator start na inschakeling van de stuurspanning of bij het ingestelde
toerental bijv. na netuitval weer automatisch.
AANWIJZING!
Geïntegreerde overbelastingsbeveiliging bij EC-ventilatoren
Alle EC-ventilatoren hebben een geïntegreerde overbelastingsbeveiliging. Een voorgeschakeld motorbeveili-
gingsapparaat is niet noodzakelijk.
Sluit eerst de beschermingsleiding „PE" aan op de motoraansluitbox resp. de KaControl-module circulatie-
lucht. Zorg bij het afklemmen ervoor dat de aardleidingsaansluiting als laatste wordt afgeklemd. Sluit het
apparaat aan volgens het geldige aansluitschema.
Om de begrenzing van de inschakelstroom te activeren, moet na uitschakeling van de netspanning een
wachttijd van minimaal 90 seconden vóór het opnieuw inschakelen worden aangehouden!
AANWIJZING!
Bijzondere eisen voor het gebruik in IT-systemen
Voor het gebruik in IT-systemen gelden bijzondere eisen, die in de handleiding van de EC-ventilator te vin-
den zijn!
AANWIJZING!
De elektrische aansluiting is alleen toegestaan in installaties met een alpolig schakelende netscheider met
een contactopening van minimaal 3 mm! Het apparaat mag alleen op vast aangelegde leidingen worden
aangesloten. De exploitant van het apparaat is verantwoordelijk voor de EMC-compatibiliteit van de gehele
installatie volgens de bouwzijdig geldende normen.