JOS-E, JBS-E, JLT*-JBS-E, JLT*-JOS-E kleppen
Handleiding voor onderhoud en installatie
6.6 Montage
Alle onderdelen dienen schoon te zijn. Voordat de volgende onderdelen worden
geassembleerd, dienen ze met puur nikkel "NeverSeez" te worden gesmeerd.
• Schroefdraden inlaattuit en huis
• Afdichtoppervlak inlaattuit en huis
• Alle schroefdraden van tapeinden
en moeren
• Spindel en schroefdraden
• Schroefdraden stelschroeven
• Schuine kanten veerschotels
Smeer het spindelpunt druklager en klepuitsparing met puur nikkel "NeverSeez". Er dient
speciale aandacht te worden geschonken aan de geleidende oppervlakken, draagvlakken
en pakkingoppervlakken, om te verzekeren dat ze schoon, onbeschadigd en klaar voor
assemblage zijn. (Figuur 12)
Voor identificatie van de onderdelen zie Figuur 1.
6.6.1
Voordat de inlaattuit (2) wordt gemonteerd dient een smeermiddel aangebracht
te worden op het flensoppervlak dat in contact staat met het klephuis (1) en op de
schroefdraden waarmee men de tuit in het huis schroeft. Schroef de inlaattuit (2) in
het klephuis (1) en draai deze stevig aan met een sleutel.
6.6.2 Schroef de stelring (3) op de inlaattuit (2).
Opmerking: De bovenkant van de stelring dient boven het zittingvlak van de inlaattuit
te liggen. Plaats bij openingen P, Q, R en T van het JLT-model de stelring zoals
aangegeven in Tabel 2.
6.6.3 Plaats bij kleppen met balg de klephouder in een bankschroef (voor grotere maten kan
een drieklauw nodig zijn) zoals in Figuur 8 wordt getoond. Installeer de pakking van
het staartstuk (29).
Schroef de balgassemblage op de klephouder. Zet vast met een passende sleutel.
6.6.4 Assemblage van de klep (8) met de klephouder (5).
(Zie Figuur 14 voor O-ring-zittingen)
Installeer de borgclip (9) op de klep.
Plaats de klep in de klephouder. De klep moet alleen met handkracht op z'n plaats
gedrukt worden.
Wanneer zware onderdelen worden getild of vervoerd, dienen
veiligheidsvoorzieningen te worden getroffen.
Het laten vallen van het klephoudersamenstel kan als gevolg hebben dat de klep
verschuift.
6.6.5 Monteer de klephouder (5) en geleider (15) door de geleider over de klephouder te
schuiven.
Opmerking: De geleider voor kleppen met openingen D en E steekt in het veerhuis.
6.6.6 Installeer de twee geleiderpakkingen (28), één boven en één onder de geleider.
Opmerking: Wanneer balgkleppen worden geassembleerd, elimineert de balgflens de
noodzaak voor een geleiderpakking aan de onderzijde.
6.6.7 Installeer, terwijl de bovenkant van de klephouder wordt vastgehouden, de geleider
in het huis. Breng het gat van de geleider op één lijn met de uitvoeropening van het
huis. Wanneer de geleider op zijn plaats zit, kan men de klephouder met klep op de
inlaattuit laten zakken.
Opmerking: Laat de stelring onder de zittingvlakken zakken, zodat hij vrij kan
bewegen.
6.6.8 Plaats de veer (18) en veerschotels (19) op de spindel (16) en verbind de spindel met
de splitpennen aan de klephouder (5).
Opmerking: Er zijn geen splitpennen nodig bij openingmaten D t/m K; bij alle andere
openingmaten dienen twee splitpennen te worden gebruikt.
6.6.9 Laat het veerhuis (20) over de spindel en het veersamenstel op de tapeinden (21) in
het huis zakken. Plaats de sponning van het veerhuis boven de buitendiameter van de
geleider en laat het veerhuis op de geleider zakken.
6.6.10 Schroef de moeren (22) op de tapeinden van het veerhuis en zet ze gelijkmatig vast,
om onnodige spanning en eventuele verkeerde uitlijning te voorkomen.
6.6.11 Draai de afstelbout (24) en borgmoer (25) in de bovenkant van het veerhuis, om
spanning op de veer te zetten. (De oorspronkelijke insteldruk (bij benadering) kan
worden ingesteld door de afstelbout tot de voordien gemeten positie in te schroeven).
6.6.12 Breng de stelring omhoog tot hij de klephouder raakt, breng hem daarna twee (2)
tanden naar beneden. Dit is slechts een teststinstelling.
6.6.13 Plaats de borgschroefpakking (27) op de stelschroef (4) en schroef de stelschroef in
het huis, zodat hij in de stelring komt te zitten. De stelring dient, nadat de stelschroef
is aangedraaid, enigszins te kunnen draaien tot de aanslag van de tanden.
6.6.14 De klep is nu klaar om getest te worden.
Na het testen dienen de volgende maatregelen te worden genomen:
• Zorg dat de borgmoer (25) verzegeld is.
• Zet de stelring terug op de genoteerde oorspronkelijke positie of op de aanbevolen
positie, zoals vermeld is in Tabel 1.
• Installeer de kap of lichthendel. Zie Figuur 13 voor assemblage van de lichthendel.
• Verzegel de kap of lichthendel en de stelschroef van de stelring, om te voorkomen
dat ermee geknoeid wordt.
Wijzigingen voorbehouden
• Schroefdraden afstelbout en veerhuis
• Leidingplug veerhuis
• Schroefdraden van kap
• Alle metalen pakkingen
• Schroefdraden nokkenaslager
• Schroefdraden klephouder
(alleen kleppen met balg)
Figuur 12
Aanbevolen smeerpunten
blz. 14