JOS-E, JBS-E, JLT*-JBS-E, JLT*-JOS-E kleppen
Handleiding voor installatie en onderhoud
Alle testvloeistof die door een geassembleerde klep stroomt wordt verzameld en gemeten
met behulp van de volgende testprocedure:
1. De inlaatdruk wordt afgesteld op een druk die 90% van de koude proefdruk is. Kleppen
die ingesteld zijn beneden 3,5 barg worden getest op 0,35 barg onder de koude
proefdruk.
2. De testdruk wordt vastgehouden voor een periode van minimaal tien minuten.
• Toegestane lekkagesnelheid
De maximaal toegestane lekkagesnelheid mag niet meer dan 10 cm³ per uur per inch van
de diameter van de nominale flensinlaatmaat zijn. Bij nominale klepmaten van DN25 of
minder, mag de lekkagesnelheid niet meer dan 10 cm³ per uur zijn. Bij kleppen met zachte
zittingen moet er één minuut lang geen lekkage zijn.
• Kleppen met zachte zittingen
Voor uitzonderlijke zittingdichtheid biedt Crosby een O-ring met zachte zitting.
Zie Figuur 13.
De zachte zittingen van Crosby maken een kelp die geen zichtbare lekkage heeft bij een
testdruk van 90 procent van de insteldruk of koude proefdruk. Veiligheidstoestellen met
zachte zittingen worden afgesteld volgens dezelfde procedure die wordt gebruikt voor
kleppen met metalen zittingen.
6.0 Kleponderhoud
LET OP:
Veiligheidstoestellen in een gevaarlijk medium en andere materialen die als gevaarlijk
zijn geclassificeerd, moeten onmiddellijk worden geneutraliseerd nadat ze uit bedrijf zijn
genomen.
6.1 Visuele inspectie en neutralisering
Wanneer de veiligheidstoestellen voor de eerste keer uit bedrijf worden genomen, dient er een
visuele inspectie te worden uitgevoerd. De aanwezigheid van neerslag of corrosieve stoffen
in de klep of in de leidingen, dient te worden genoteerd en de veiligheidstoestellen dienen,
voordat ze worden gedemonteerd, zo goed mogelijk te worden gereinigd. Controleer de
conditie van de uitwendige oppervlakken om te zien of er corrosieve atmosferische aantasting
is of dat er sprake is van mechanische beschadiging.
6.2 Demontage
JOS-E/JBS-E veiligheidstoestellen van Crosby dienen te worden gedemonteerd zoals hieronder
is beschreven. De benaming van onderdelen kan in Figuur 1, pagina 2 worden gevonden.
De onderdelen van elke klep dienen goed gemarkeerd en gescheiden te zijn, zodat ze apart
gehouden worden van onderdelen die in andere kleppen zijn gebruikt.
6.2.1
Verwijder de kap (40) en kappakking (41). Wanneer de klep een lichthendel heeft, volg
dan de aanwijzingen in Hoofdstuk 6.7.
6.2.2 Verwijder de stelschroef (4) van de stelring en de stelschroefpakking (27). Noteer de
positie van de stelring (3) ten opzichte van de klephouder (5) door het aantal tanden
te tellen die nodig zijn om de ring omhoog te brengen tot hij net de klephouder raakt.
Deze informatie zal weer nodig zijn wanneer de klep opnieuw geassembleerd moet
worden. (Meet de omwentelingen voor P, Q, R en T opening van het JLT-model. Zie
Tabel 2)
6.2.3 Draai de borgmoer (25) los. Maak, voordat de veer wordt ontspannen, een
aantekening van de hoogte van de afstelbout boven het veerhuis en tel het aantal
omwentelingen dat nodig is om de veerbelasting te verwijderen. Deze informatie zal
helpen wanneer het toestel weer op de oorspronkelijke instelling (bij benadering) moet
worden geassembleerd.
6.2.4 Ontspan de veer in zijn geheel door de afstelbout (24) tegen de wijzers van de klok in
te draaien.
6.2.5 Verwijder de moeren (22) van de tapeinden (22).
6.2.6 Til het veerhuis (20) recht omhoog, zodat de spindel (16) en veer (18) bloot komen te
liggen. Wees voorzichtig bij het omhoog tillen van het veerhuis, want hierna zullen de
veer en spindel vrijkomen en kunnen ze omvallen.
6.2.7 De veer en veerschotels (19) kunnen nu van de spindel (16) worden getild. De veer en
veerschotels zijn speciaal op maat gemaakt en moeten bij elkaar gehouden worden.
Veerschotels zijn niet uitwisselbaar tussen de uiteinden van de veer.
6.2.8 Verwijder de spindel, geleider (15), klephouder en klep (8). Bij gebalanceerde
veiligheidstoestellen (JBS-E- en JLT-JBS-E-model) moet vooral worden gezorgd dat
de balgsamenstelling (6) niet wordt beschadigd. Wanneer onderdelen moeilijk te
verwijderen zijn als gevolg van de aanwezigheid van corrosieve of vreemde stoffen,
kan weken in een geschikt oplosmiddel nodig zijn.
6.2.9 Verwijder de spindel van de klephouder.
6.2.10 Til de geleider van de klephouder.
Wijzigingen voorbehouden
Tabel 7 - Draadmaten van gaten in
JOS-E/JBS-E-kleppen
Openingmaat
D & E
F, G H
J, K, L
M, N, P, Q, R, T
Figuur 6
Trek aan de bout om de klep te verwijderen
Bout met
rechthoekige balk
Draai met een sleutel aan de moer
om de klep te verwijderen
Figuur 7
Trek aan de bout om de klep te verwijderen
blz. 10
Draadmaat
# 10-24 UNC
1/4 - 20 UNC
1/4 - 20 UNC
3/8 - 16 UNC
Bout
Sluitring
Moer
Bout