Inhoudsopgave
Advertenties
3 Plaats de gelijkstroomkabels op dezelfde wijze als u ze aantrof.
4 Breng het bevestigingslipje langs de onderzijde van de kabelklem in de
overeenkomstige sleuf op het chassis aan, en schuif de kabelklem
vervolgens naar de achterzijde van het chassis totdat deze vastklikt.
5 Breng de schroef opnieuw aan om de kabelklem aan het chassis te
bevestigen.
6 Installeer het moederbord opnieuw (zie het gedeelte "Het moederbord
installeren" op pagina 90).
7 Breng de gelijkstroomkabels opnieuw aan die eerder waren losgekoppeld en
zorg dat de kabels precies zo lopen als u deze hebt aangetroffen.
8 Breng de computerbehuizing opnieuw aan (zie het gedeelte "De
computerbehuizing opnieuw aanbrengen" op pagina 121).
KENNISGEVING:
de kabel op de netwerkaansluiting of netwerkpoort aansluiten en vervolgens de
stekker van het andere uiteinde van de kabel op de computer aansluiten.
9 Sluit de stekker van de computer en apparaten op het stopcontact aan en
zet ze vervolgens aan.
Om een netwerkkabel aan te sluiten moet u eerst de stekker van
Stroomvoorziening
95
Advertenties
Inhoudsopgave
